Eten zullen jullie

Toen zei de Eeuwige tegen Moshé:
Breng zeventig van de oudsten van Jisraël
Vóór Mij bijeen
Waarvan je weet dat dat hoogwaardigheidsbekleders
Van het volk zijn
Zijn ambtsdragers
Breng die naar de tent-der-samenkomsten
En laten ze zich daar met jou opstellen
Dan daal Ik af
En spreek dan met je
En dan zal Ik van de geest die op jou rust
Iets op hen laten neerkomen
Dan kunnen ze met jou
De last van het volk dragen
Zodat je het niet meer alleen
Te dragen hebt
En tegen het volk moet je zeggen:
Bereiden jullie je er tegen morgen op voor
Dat jullie vlees zullen eten
Jullie hebben je immers
Beklaagd tegenover de Eeuwige aldus:
Wie zal ons vlees te eten geven
Wij hadden het toch goed in Egypte!
De Eeuwige zal vlees geven
En eten zullen jullie
Niet één dag zullen jullie eten
En niet twee dagen
Niet vijf dagen
Niet tien dagen
En niet twintig dagen
Maar een volle maand
Tot het jullie de keel uitkomt
En jullie er doodmisselijk van worden
En wel daarom
Omdat jullie de Eeuwige
Die in jullie midden is
Gesmaad hebben
En tegenover Hem gejammerd hebben:
Waar was het goed voor
Dat we uit Egypte gingen!
Toen zei Moshé:
Het zijn toch zeshonderdduizend man voetvolk
In wier midden ik me bevind
En nu zegt U:
Ik zal ze vlees geven
Dat ze een maand kunnen eten
Zou er wel zoveel
Klein en rundvee voor hen geslacht kunnen worden
Dat ze er genoeg aan zouden hebben
En als alle vissen van de zee voor hen bijeengegaard werden
Zou dat genoeg voor ze zijn?
Hierop zei de Eeuwige tegen Moshé:
Zou de macht van de Eeuwige niet toereikend zijn?
Nu zal je zien of dat
Wat Ik gezegd heb voor jou zal geschieden of niet
Moshé ging naar buiten
En bracht de woorden van de Eeuwige
Aan het volk over
Hij bracht zeventig mannen
Van de hoogwaardigheidsbekleders
Van het volk bijeen
En stelde hen rondom de tent op
De Eeuwige daalde af in de wolk
En sprak hem toe
En van de geest die over hem kwam gaf Hij iets
Aan die zeventig man
De hoogwaardigheidsbekleders
En toen de geest op hen rustte
Traden zij als profeten op
Maar daarna niet meer

Ik vind de conversatie tussen Moshé en de Eeuwige
Nog steeds verrukkelijk
Moshé maakt zich zorgen
Wat zegt Hij nou?
Een maand lang vlees tot ze er ziek van worden
Voor zo’n 600.000 man
Hoe gaan ze dat aanpakken?
Zoveel runderen hebben ze niet eens bij zich
En zelfs alle vissen uit de zee
Zou niet genoeg zijn voor deze meute
Wacht jij maar af, mannetje
Laat de Eeuwige weten
Je zult wel zien hoe het gebeurt

Mijn gedachten zijn bij een mooie man
Een lieve vriend
Ouwe reus
Hij is tijdens zijn vakantie overleden
In Oostenrijk
Waar hij zo dol op was
Als hij terugkwam van vakantie
Zouden we barbecueën
Dan zou hij me komen ophalen
Daar verheugden we ons allebei op
Onvoorstelbaar
Dat de vriend die ik Ouwe Reus noemde
Niet meer is
Geen leuke plannetjes meer bedenken
Nooit meer samen op het bankje aan zee
Voordat hij ging werken
Kletsend over het leven
En hoe die dingen gaan
Lieve Jacques Jongmans
Moge je herinnering tot zegen zijn

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, sad-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.