Zo sprak Hij tot hem

Op de twaalfde dag
De vorst van de afstammelingen van Naftalie
Achiera’
Zoon van ‘Ejnan
Zijn offergave bestond uit
Een zilveren schotel
Met het gewicht van
Honderddertig shekel
Een zilveren sprenkelbekken
Van zeventig shekel
Naar de shekel van het heiligdom
Beide gevuld met fijn meel
Aangemengd met olie
Als meeloffer
Een gouden lepel van tien shekel
Vol met reukwerk
Eén jonge stier
Eén ram
Eén schaap onder ’t jaar
Als in-vlammen-opgaand offer
Een geitenbok als zondeoffer
En als vredeoffer twee runderen
Vijf rammen
Vijf bokken
Vijf schapen onder ’t jaar
Dat is het offer van Achiera’
Zoon van ‘Ejnan
Dit is het inwijdingsgeschenk
Van de vorsten van Jisraël voor het altaar
Op de dag dat het gezalfd werd:
Twaalf zilveren schotels
Twaalf zilveren sprenkelbekkens
En twaalf gouden lepels
Iedere zilveren schotel had een gewicht
Van honderddertig shekel
En ieder sprenkelbekken zeventig
Het totaal aan zilver
Van alle voorwerpen
Bedroeg tweeduizendvierhonderd shekel
Naar de shekel van het heiligdom
De twaalf gouden lepels
Die vol reukwerk waren
Waren per lepel tien shekel
Naar de shekel van het heiligdom
Het totaal aan goud van de lepels
Bedroeg honderdtwintig shekel
Het totaal aan vee
Voor in-vlammen-opgaande-offers
Bedroeg twaalf stieren
Twaalf rammen
Twaalf schapen onder ’t jaar
En twaalf geitenbokken als zondeoffer
Het totaal aan vee voor de vredeoffers:
Vierentwintig stieren
Zestig rammen
Zestig bokken
En zestig schapen onder ’t jaar
Dat is de inwijdingsgave voor het altaar
Nadat het gezalfd was
Als Moshé de tent-der-samenkomsten binnenging
Opdat Hij met hem zou spreken
Hoorde hij de stem
Die zich tot hem richtte
Vanaf het deksel
Dat op de ark met het getuigenis ligt
Tussen de twee Cherubijnen door
Zo sprak Hij tot hem

Het altaar is gezalfd
De offers gebracht
De tent-der-samenkomsten
Is nu het huis van de Eeuwige
Waar Hij met Moshé kan spreken
En het hoofdstuk is na 89 regels
Eindelijk afgelopen

Mijn wens is vandaag
Uit de lucht komen vallen
Hoe vaak heb ik niet gegoogled
Wildplukken
Hazelnoten in de buurt
Na het boodschappen doen
Reed ik over de stoep
En ik dacht dat het vol lag met tamme kastanjes
Maar het bleken wilde hazelnoten
Van de Turkse Hazelaar
Ik weet wel
Je moet ze twee weken laten drogen
Vroeger in Laren
Hadden we een walnotenboom
En een hazelaar in het bosje voor onze deur
Wij lieten nooit wat drogen
Wij houden van natte noten
En soms als je geluk hebt
Kun je natte walnoten bij de groenteboer vinden
Ik ben gaan rapen
Mijn hazelnoten liggen nu buiten op het tafeltje
En in een kartonnendoos op het balkon
Wel pech, dat het gaat regenen
Ze moeten nog iets rijper worden

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, nuts-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art, Thuis and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.