Op de schouders dragen

Toen Moshé gereed was
Met het opzetten van de ‘Woning’
Zalfde hij deze
En gaf daaraan wijding
En aan alle erbij behorende voorwerpen
Evenals aan het altaar
En aan alle gerei dat daarbij behoort
En toen hij ze gezalfd en gewijd had
Brachten de vorsten van Jisraël offers
De hoofden van de stamhuizen
Dat zijn dezelfde stamvorsten
Die bijstand hadden verleend bij de telling
Ze brachten hun offergave vóór de Eeuwige
Zes overdekte wagens met twaalf runderen
Eén wagen per twee vorsten
En één rund voor ieder
En die brachten ze vóór de ‘Woning’
De Eeuwige sprak tot Moshé:
Neem het van hen aan
En laat ze bestemd zijn om van dienst te zijn
Ten behoeve van de tent-der-samenkomsten
Stel ze de Levieten ter beschikking
Al naar gelang de dienst
Die ieder te verrichten heeft
En Moshé nam de wagens
En de runderen aan
En stelde ze de Levieten ter beschikking
Twee van de wagens met vier van de runderen
Gaf hij aan de Gershonieten
In overeenstemming met de door hen te verrichten dienst
En vier van de wagens
En acht van de runderen gaf hij aan de Merarieten
In overeenstemming met de door hen
Onder toezicht van Ithamar
De zoon van Aharon de priester
Te verrichten dienst
De Kehothieten gaf hij niets
Want die hebben de dienst voor het heiligdom
Dat moesten op de schouders dragen
Ook brachten de vorsten het wijdingsoffer voor het altaar
Op de dag dat het gezalfd werd
De vorsten brachten hun offer vóór het altaar
De Eeuwige zei tot Moshé:
Laten ze
Telkens één vorst per dag
Hun offergave voor de inwijding van het altaar brengen
Degene die op de eerste dag zijn offergave bracht
Was Nachshon
Zoon van ‘Amienadaw
Van de stam Jehoedah
Zijn offergave bestond uit een zilveren schotel
Met het gewicht van honderddertig shekel
Een zilveren sprenkelbekken van zeventig shekel
Naar de shekel van het heiligdom
Beide gevuld met fijn meel
Aangemengd met olie
Als meeloffer
Een gouden lepel van tien shekel vol reukwerk
Eén jonge stier
Eén ram
Eén schaap onder ’t jaar
Als in-vlammen-opgaand offer
Eén geitenbok als zondeoffer
En als vredeoffer twee runderen
Vijf rammen
Vijf bokken
En vijf schapen onder ’t jaar
Dat was de offergave van Naschon
Zoon van ‘Amienadaw

Het is feest bij de kinderen van Jisraël
Ze hebben de draagbare tempel ingewijd
En hun ontmoeting met de Eeuwige
Kan nu gebeuren
Je kunt je voorstellen
Hoe het hier om de notabelen uit de gemeenschap gaat
Die als eerste mogen offeren
En de Kohanim zullen gelukkig zijn
Met al het voedsel en de rijkdom die binnen gebracht werd

Het is zondag
En heel de week ben ik al aan het brassen
Ik hou me niet aan tijden van de dag
Of nacht
Ik leef waar ik zin in heb
Hoe het me uitkomt
Morgen moet dat weer afgelopen zijn
De wilde haren worden keurig in een knotje gedraaid
En ga ik weer normaal doen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, such-is-life-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.