Hoofd voor hoofd

Moshé en Aharon namen deze mannen
Die met name aangewezen waren
Heel de gemeenschap riepen zij in vergadering bijeen
Op de eerste van de tweede maand
En zij gaven de afstammelingen van hun families op
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Van twintig jaar en daarboven
Hoofd voor hoofd
Hij telde hen in de woestijn Sinai
Zoals de Eeuwige het Moshé geboden had
Daar waren de nakomelingen van Reoewén
De eerstgeborene van Jisraël
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Hoofd voor hoofd
Alle mannen van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden van de stam Reoewén
Waren zesenveertigduizendvijfhonderd
Van de nakomelingen van Shim’on:
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
De daar bij getelden
Naar het aantal ingeschreven namen
Hoofd voor hoofd
Alle mannen van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden van de stam Shim’on
Waren negenenvijftigduizenddriehonderd
Van de nakomelingen van Gad:
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden van de stam Gad
Waren vijfenveertigduizendzeshonderdvijftig
Van de nakomelingen van Jehoedah
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden van de stam Jehoedah
Waren vierenzeventigduizendzeshonderd
Van de nakomelingen van Jissachar
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden bij de stam Jissachar
Waren vierenvijftigduizendvierhonderd
Van de nakomelingen van Zewoeloen:
Hun afstammelingen naar hun families
Volgens hun stamhuizen
Naar het aantal ingeschreven namen
Van twintig jaar en daarboven
Alle dienstplichtigen
Zij die geteld werden van de stam Zewoeloen
Waren zevenenvijftigduizendvierhonderd

Het tellen gaat in de Torah nog wel een tijdje door
Ik ga het natuurlijk precies vertellen
Zoals het er staat
Maar moet je je voorstellen wat een aantallen dit zijn
Dit is nog maar het tweede jaar
Van de veertig
Dat de kinderen van Jisraël door de woestijn zwerven
En wat er geteld wordt zijn dienstplichtigen
Mannen van twintig tot zestig jaar
Vrouwen, kinderen en ouderen niet meegerekend
Wat een uittocht moet dit uit Egypte zijn geweest
Het kan niet anders dat het land
Daar economisch door getroffen werd
Je begrijpt beter waarom Farao ze niet wilde laten gaan
En ook wat een enorme massa
Die daar door de woestijn zwerft
Zonder vaste verblijfplaats
Zonder velden of akkers waar ze van kunnen leven
Wat een vertrouwen!

Mijn moeder is op zoek
Naar vriendinnetjes van vroeger
Toen ze net na de oorlog
Terugkwam in Amstelveen
En verdwaald door het Amsterdamse bos liep
Met een onvervalst boerenaccent
Van het onderduikadres
Ik bin min huus kwiet huilde
Op facebook heb ik een berichtje geplaatst
RTV-NH heeft het opgepikt
En vanmiddag gaan ze haar filmen
Voor haar ouderlijk huis
Mijn moeder vindt dat heerlijk
Daar houdt ze van
In de belangstelling staan

Jezzebel,
Tussen water en water


Art: Pascale, back-to-your-roots-story



This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art, Thuis and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.