
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Zeg tegen de priesters
De zonen van Aharon
Zeg tegen ieder van hen
Dat hij zich niet aan een lijk
Dat zich te midden van zijn volk bevindt
Mag verontreinigen
Behalve aan zijn bloedverwant
Degene die hem het allernaaste is
Aan zijn moeder
En zijn vader
Aan zijn zoon
En dochter
En aan zijn broer
Ook aan zijn zuster
Zolang ze nog maagd is
Die nog nauw met hem verbonden is
Omdat ze nog niet getrouwd is
Aan haar mag hij zich verontreinigen
Hij die een hoge functie te midden van zijn volk bekleedt
De hoge priester
Mag zich niet verontreinigen
Daar hij zich daardoor ontwijdt
Ze mogen geen kale plek
Op hun hoofd maken
Hun baardhoeken niet afscheren
In hun lichaam geen inkervingen maken
Gewijd aan hun God
Moeten zij zijn
En de naam van hun God
Mogen ze niet ontwijden
Want zij zijn het
Die de vuuroffers van de Eeuwige brengen
De offerspijs van hun God
Dus moeten ze heilig zijn
Een vrouw die ontucht gepleegd heeft
Of één die uit een verboden priesterhuwelijk stamt
Mogen zij niet huwen
Ook niet een vrouw gescheiden van haar man
Want gewijd aan zijn God is hij
Je moet hem heilig houden
Want hij is het die de offerspijs
Voor jouw God brengt
Heilig moet hij voor je zijn
Want heilig ben Ik
De Eeuwige die jullie heilig maakt
Een dochter van een priester
Die zich door ontucht ontwijdt
Ontwijdt haar vader
Zij moet met vuur verbrand worden
De priester die de hoogste onder zijn broeders is
Op wiens hoofd de zalvingsolie is gegoten
En die men door de bijzondere gewaden
In zijn ambt heeft bevestigd
Mag zijn hoofdhaar niet wild laten groeien
En zijn kleren niet inscheuren
Bij geen enkel lijk mag hij komen
Aan zijn vader
En zijn moeder
Mag hij zich niet verontreinigen
Ook mag hij niet uit het Heiligdom gaan
Opdat hij het Heiligdom van zijn God
Niet ontwijden zal
Want de zalvingsolie van zijn God
Rust als een kroon op hem
Ik ben de Eeuwige
Dit zijn instructies die nog steeds opgevolgd worden
De kohaniem (priesters)
Vaak mensen met Cohen, Kahn, Kahaan, Kohn in hun naam
Mogen niet in aanraking komen met de doden
Toen ik in Israël woonde
En we met de studiegroep
De Tempelberg opgingen werd het vaak gezegd
De kohaniem mogen daar niet zijn
Er liggen mensen begraven
Ook bij het rabanut wordt nagegaan
Als je een gescheiden vrouw bent
Of je gaat trouwen met iemand uit het priesters geslacht
Dan gaat de bruiloft niet door
Het is vroeg in de ochtend
Mijn handen zijn leeg
Het ene project afgerond
Het andere nog niet van de grond
Altijd een nare periode
Er zijn wel ideeën
Maar niet leuk genoeg
Om er aan te beginnen
Ik moet Anna Virginia gaan redden
Die in stukken
In de berging ligt
Hoe kan ik haar
Nieuw leven geven
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Pascale, Anna Virginia, april 2005
Foto: Johan Lagarde