Bloedschuld

De Eeuwige sprak tot Moshé:
Spreek tot Aharon
Tot zijn zonen
En tot alle kinderen van Jisraël
En zeg hen:
Dit is het wat de Eeuwige heeft geboden:
Iedereen uit het Huis Jisraël
Die een rund of een schaap
Of een geit binnen de legerplaats slacht
Of die buiten de legerplaats slacht
En dat niet naar de ingang
Van de tent-der-samenkomsten brengt
Om het als offer te brengen
Vóór de ‘Woning’ van de Eeuwige
Die man wordt dat als bloedschuld aangerekend
Bloed heeft hij vergoten
En die man zal uit zijn volk worden uitgeroeid
En wel daarom
Opdat de kinderen van Jisraël hun offers
Die ze gewoon zijn in het vrije veld te offeren
Nu voor de Eeuwige naar ingang
Van de tent-der-samenkomsten
Naar de priester zullen brengen
En ze als vredeoffers voor de Eeuwige zullen brengen
De priester spat dan het bloed
Op het altaar van de Eeuwige
Aan de ingang van de tent-der-samenkomsten
En laat het vet als verkwikkende geur
Voor de Eeuwige in rook op gaan
Ze mogen nooit meer hun offers brengen
Voor de bokkencultus
Waar ze in ontucht achteraan lopen
Een eeuwige wet zal dat voor hen zijn
Tot in alle geslachten
Zeg hun dan ook nog:
Wanneer de een of ander van het Huis Jisraël
Of van de vreemdelingen
Die zich te midden van jullie ophouden
Een in-vlammen-opgaand offer
Of enig ander offer wil brengen
Maar het niet naar de ingang
Van de tent-der-samenkomsten brengt
Om het voor de Eeuwige te bereiden
Dan zal die man uit zijn volk worden uitgeroeid
Wanneer de een of ander uit het Huis Jisraël
Of van de vreemdelingen
Die zich te midden van jullie ophouden
Wat voor bloed ook nuttigt
Dan zal Ik Mijn kwade blik op die persoon richten
Die het bloed nuttigt
En hem uit zijn volk uitroeien
Want het leven van het vlees zetelt in het bloed
En dat heb Ik jullie op het altaar ter beschikking gesteld
Om verzoening voor jullie leven te verwerven
Want het is het bloed
Dat door het leven dat er in zetelt
Verzoening bewerkt
Daarom heb Ik tegen de kinderen van Jisraël gezegd:
Geen een van jullie mag bloed nuttigen
En evenmin mag de vreemdeling
Die zich te midden van jullie ophoudt bloed nuttigen
En wanneer iemand van de kinderen van Jisraël
Of van de vreemdelingen
Die zich te midden van jullie ophouden
Wild of gevogelte vangt
Dat gegeten mag worden
Dan moet hij het bloed eruit laten lopen
En het met aarde bedekken
Want wat het leven van alle vlees betreft
Het is het met het leven verbonden bloed
En daarom heb Ik tegen de kinderen van Jisraël gezegd:
Het bloed van generlei vlees mogen jullie nuttigen
Want het leven van al het vlees
Is ermee verbonden bloed
Ieder die het nuttigt zal uitgeroeid worden
En iedereen onder de ingezetenen
Of de vreemdelingen die eet van een dier
Dat is doodgegaan of van een verscheurd dier
Moet zijn kleren wassen
En zich in water baden
En zal tot de avond onrein zijn
Daarna is hij rein
Als hij zijn kleren niet wast
En zich niet baadt
Dan moet hij zijn schuld dragen

De Eeuwige is hier heel streng
Al het bloed van welk dier ook
Is voor joden ten strengste verboden
Kosher vlees wordt daarom eerst gepekeld
Zodat alle levenssappen eruit kunnen trekken

Buiten ruikt het naar zomer
Zoals ik er in het buitenland
Vaak naar kon verlangen
Het is niet slechts de zon
Je ruikt het water dat verdampt
Het frisse groen van bomen in de ochtend

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, love-summer-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.