Een eeuwige wet

Niemand mag zich
In de tent-der-samenkomsten bevinden
Wanneer Aharon er binnengaat
Om in het Heiligdom verzoening te bewerken
Totdat hij er uitgaat
En verzoening bewerkt heeft voor zich
Voor zijn huis
En voor de gehele gemeente van Jisraël
Hij gaat er dan uit
Naar het altaar toe
Dat vóór de Eeuwige staat
En bewerkt daarover verzoening
Hij neemt iets van het bloed van de stier
Met iets van het bloed van de bok
En strijkt dit rondom
Aan de hoornen van het altaar
En erop spat hij zeven keer
Met iets van dat bloed aan zijn vinger
En hij zuivert het van de onreinheden
Van de kinderen van Jisraël
En wijdt het weer
Wanneer hij de verzoeningshandelingen
Over het heiligdom
De tent-der-samenkomsten
En het altaar
Heeft beëindigd
Laat hij de levende bok naar voren brengen
En Aharon steunt zijn beide handen
Op de kop van de levende bok
En terwijl die daarop liggen
Belijdt hij alle zonden van de kinderen van Jisraël
En al hun overtredingen
Voor welke van hun zonden ook
Die hij zo overbrengt op de kop van de bok
Welke hij door bemiddeling
Van een daarvoor aangewezen man
De woestijn instuurt
Zo draagt de bok
Ermee beladen
Al hun overtredingen naar een onherbergzaam oord
In de woestijn laat hij de bok vrij
Aharon komt de tent-der-samenkomsten binnen
Trekt zijn linnen kleren uit
Die hij had aangetrokken
Toen hij het heiligdom binnenging
En legt ze daar neer
Hij wast zijn lichaam in water
Op een heilige plaats
En doet z’n eigen kleren aan
Gaat naar buiten
En bereidt zijn in-vlammen-opgaand offer
En dat van het volk
En bewerkt zo verzoening
Voor zichzelf
En voor het volk
Het vet van het zondeoffer
Laat hij in rook opgaan op het altaar
Hij die de bok voor ‘Azazel vrij liet
Moet zijn kleren wassen
En zichzelf in water baden
Daarna mag hij in de legerplaats komen
En de zondeoffer-stier
En de zondeoffer-bok
Waarvan het bloed naar binnen was gebracht
Om in het heiligdom verzoening te verkrijgen
Moet men naar buiten brengen
Buiten de legerplaats
En de huid, het vlees en de mest ervan
In vuur verbranden
Die ze verbrandt moet z’n kleren wassen
En zichzelf in water baden
Daarna mag hij in het kamp komen
En dit zal voor jullie een eeuwige wet zijn:
In de zevende maand
Op de tiende van de maand
Moeten jullie je onthoudingen opleggen
Geen enkel werk mogen jullie verrichten
De ingezetene noch de vreemdeling
Die zich te midden van jullie ophoudt
Want op die dag
Zal men verzoening voor jullie verkrijgen
Om jullie te louteren
Van al jullie zonden zullen jullie
Tegenover de Eeuwige rein worden
Een shabbath van volkomen werkonthouding
Is het voor jullie
En jullie moeten je onthoudingen opleggen
Een eeuwige wet
De verzoeningshandelingen kan die priester verrichten
Die men gezalfd heeft
En diegene die men heeft aangesteld
Om in plaats van zijn vader als priester dienst te doen
En die dus de linnen kleren
De heilige kleren
Mag aantrekken
Hij volstrekt de verzoening aan het Allerheiligste
Ook aan de tent-der-samenkomsten
En aan het altaar voltrekt hij de verzoening
Eveneens voor de priesters
En voor heel het verzamelde volk
Bewerkt hij verzoening
Het zal een eeuwige wet voor jullie zijn
Eens per jaar voor de kinderen van Jisraël
Verzoening te verkrijgen voor al hun zonden
Hij deed het zoals de Eeuwige
Het Moshé had geboden

Nog steeds is Jom Kippoer
Groot Verzoendag
Meestal ergens in oktober
Een dag waarop gevast wordt
En al het werk verboden is
En voor aanvang neemt men een kip
Zwaait daarmee boven het hoofd
Van persoon of gezin
Voordat de kip geslacht wordt
En dan aan de minder bedeelden gedoneerd
Dat heet kapparah
Sommige geliefden noemen elkaar kapparah
Als koosnaampje
Wat zoiets betekent als:
Voor jou neem ik alle zonden op me
Voor jou wil ik sterven

Shabbat shalom

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, my-love-my-life-story







This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.