Voor Azazel de woestijn in

De Eeuwige richtte het woord tot Moshé
Na de dood van de beide zonen van Aharon
Die terwijl ze vóór de Eeuwige
Naar voren waren getreden
Gestorven waren
Dit zei de Eeuwige tegen Moshé:
Spreek tot je broer Aharon
Dat hij niet op ieder willekeurige tijd
In het Heiligdom mag komen
Achter het voorhangsel
Vóór het deksel dat op de ark ligt
Opdat hij niet zal sterven
Want in de wolk verschijn Ik
Boven het deksel
Hiermee zal Aharon het Heiligdom binnengaan:
Met een jonge stier als zondeoffer
En een ram als een in-vlammen-opgaand offer
Een gewijd linnen onderkleed doet hij aan
Een linnen broek over zijn onderlichaam
Een linnen gordel doet hij om
En een linnen tulband zet hij op
Gewijde gewaden zijn het
Dus moet hij zijn lichaam in water baden
Als hij ze aantrekt
Vanwege de gemeenschap van de kinderen van Jisraël
Neemt hij twee geitenbokken als zondeoffer
En één ram als in-vlammen-opgaand offer
Dan brengt Aharon de zondeoffer-stier
Die van hemzelf is
En bewerkt verzoening
Voor zichzelf en voor zijn huisgezin
Nu neemt men de twee bokken
En plaatst die vóór de Eeuwige
Aan de ingang van de tent-der-samenkomsten
En Aharon trekt loten op de twee bokken
Eén lot: Voor de Eeuwige
En één lot: Voor ‘Azazel
Hierop brengt Aharon de bok
Waarop het lot ‘voor de Eeuwige’ is gevallen
Naar voren
En bestemt hem als zondeoffer
De bok waarop het lot ‘voor ‘Azazel’ is gevallen
Wordt levend vóór de Eeuwige geplaatst
Om daarover de verzoeningsdaad te verrichten
En om hem ‘voor ‘Azazel’
De woestijn in te zenden
Nu brengt Aharon zijn eigen stier
Als zondeoffer naar voren
En bewerkt verzoening voor zichzelf
En voor zijn huis
Waarna hij de zondeoffer-stier van hemzelf slacht
Hij neemt een vuurpan
Vol gloeiende kolen van het altaar voor de Eeuwige
En zijn beide handen vol reukwerk
Van fijne specerijen
En brengt dat naar binnen
Achter het voorhangsel
Dan legt hij het reukwerk
Vóór de Eeuwige op het vuur
Zodat de rookwolk van het reukwerk
Het verzoeningsdeksel
Dat op het getuigenis ligt
Overdekt en hij niet sterft
Iets van het bloed van de stier
Neemt hij en spat met zijn vinger
Naar de oostwaarts gerichte kant van het deksel
En langs de voorkant heen spat hij zeven keer
Nu slacht hij de zondeoffer-bok
Die van het volk is
En brengt het bloed daarvan
Achter het voorhangsel naar binnen
En doet met het bloed daarvan
Wat hij met het stierenbloed deed
Hij spat het dus op en vóór het deksel
Zo brengt hij verzoening over het heiligdom
Voor onreinheden van de kinderen van Jisraël
En voor hun overtredingen
Voor welke van hun zonden ook
En dat doet hij ook voor de tent-der-samenkomsten
Die zich bij hen
Te midden van hun onreinheden bevindt

‘Azazel waarschijnlijk een woestijn demon
De zondebok wordt naar hem gestuurd
Als verzoening

The day after
In Haarlem wordt er geveegd, gezaagd en opgeruimd
De storm voorbij
Sommige van mijn plantjes
Hangen er geknakt bij
Het balkon heb ik gisteravond al geveegd
Het is rustig in de stad
Stilte na de storm

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, herstel-story




This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.