Een van de tortelduiven

Gaat het om een arme
Wiens vermogen ontoereikend is
Dan neemt hij één schaap als schuldoffer
Om de zijdelingse bewegingen te verrichten
En daardoor verzoening te bewerken
En een tiende fijn meel met olie
Tot een meeloffer aangemengd
En één Log olie
Ook twee tortelduiven
Of twee jonge duiven
Naar gelang zijn vermogen toereikend is
Waarvan dan één een zondeoffer
En de ander een in-vlammen-opgaand offer is
Die brengt hij op de achtste dag
Nadat hij rein geworden is
Naar de priester
Naar de ingang van de tent-der-samenkomsten
Dan neemt de priester
Het tot schuldoffer bestemde schaap
Met de Log olie
En daarmee maakt de priester een zijdelingse beweging
Vóór de Eeuwige
Vervolgens slacht men
Het tot schuldoffer bestemde schaap
En neemt de priester iets van het bloed van het schuldoffer
En strijkt dit op het kraakbenig deel van het rechter oor
Van degene die zich reinigt
En op de duim van zijn rechterhand
En op de grote teen van zijn rechtervoet
Iets van de olie giet de priester
In zijn eigen linkerhandpalm
Met zijn rechter vinger spat de priester
Van de olie die in zijn linkerhand is
Zeven keer vóór de Eeuwige
Dan doet de priester van de olie
Die in zijn hand is
Iets op het kraakbenig deel van het rechter oor
Van degene die zich reinigt
En op de duim van zijn rechterhand
En de grote teen van zijn rechtervoet
Op de plaats van het bloed van het schuldoffer
Wat er dan van de olie nog over is
In de hand van de priester
Doet hij op het hoofd van degene die zich reinigt
Om voor hem verzoening te bewerken
Vóór de Eeuwige
Eén van de tortelduiven
Of van de jonge duiven
En wel van die waar zijn vermogen
Toereikend voor is
Moet hij dan bereiden
Die ene, waarvoor zijn vermogen toereikend is
Als zondeoffer
En de ander als een in-vlammen-opgaand offer
Samen met het meeloffer
Zo bewerkt de priester verzoening
Voor degene die zich reinigt
Dit is de instructie voor degene
Die aangetast was door de Tsara’aht-ziekte
En wiens vermogen ontoereikend is
Bij zijn rein worden

Ik vind het mooi om te zien
Dat ook mensen die het zich niet kunnen veroorloven
Twee schapen af te staan
Een mogelijkheid hebben
Om ‘mee te doen’
En de Eeuwige
Het universum
De wereld
Kan bedanken voor zijn genezing
Een inclusieve samenleving
In de woestijn

Mijn hermafrodiete wietvriendin
Van vierenzeventig
Is ook een verhaal apart
Af en toe drinken we een kopje gemberthee
Bij mij
Dan is ze er even uit
Ze vertelt warrige verhalen
Waar geen touw aan vast te knopen is
En het gaat altijd over haar
Over vroeger
Ze ziet engelen
En aura’s
Ze is grofgebekt
En heeft het graag over seks
Dat ze lust heeft
Naar jonge mannen
Dat ze stond te stuiteren
Toen de douchekoppen
Werden vervangen
Vanwege légionella
Jonge kerels in de gangen
Laatst zei ze
Dat haar hersens niet helemaal kloppen
Ze ziet kleuren om de bomen
En om bijvoorbeeld mijn hand
Dat had ze al eens verteld
Ik zag het niet
En zij bedacht later
Dat het kwam door mijn oogontsteking
Dan zie ik zoiets niet

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, bloemetjes-op-mijn-balkon-story


This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.