Iemand met een hoog voorhoofd

Maar wanneer
Nadat de priester
De door haarziekte aangetaste plek
Bekeken zal hebben
En blijkt dat het er niet uitziet
Alsof het dieper ligt dan de huid
En dat er zich geen donker haar in vertoont
Dan sluit de priester degene
Die door de haarziekte is aangetast
Zeven dagen op
En de priester bekijkt de aangetaste op de zevende dag
En nu blijkt dat de haarziekte zich niet heeft uitgebreid
En dat er geen goudgeel haar in zit
En dat de haarziekte er niet uitziet
Alsof hij dieper ligt dan de huid
Dan moet hij zich laten scheren
Maar de plaats waar de haarziekte zich bevindt
Mag hij niet scheren
En dan sluit de priester de door haarziekte aangetaste
Nog eens zeven dagen op
De priester bekijkt de door haarziekte aangetaste
Op de zevende dag
En nu blijkt dat de haarziekte zich niet over de huid heeft uitgebreid
En dat het er uitziet alsof het niet dieper ligt dan de huid
Dan verklaart de priester hem rein
Hij wast zijn kleren en is rein
Breidt de haarziekte zich over de huid uit
Nadat hij rein verklaard is
En de priester bekijkt hem
En het blijkt dat de haarziekte zich over de huid heeft uitgebreid
Dan hoeft de priester niet naar goudgeel haar te zoeken:
Hij is onrein
Maar als de haarziekte er nog net zo uitziet
En er een begin van donkere haargroei opkomt
Dan is de haarziekte genezen:
Hij is rein
En de priester moet hem rein verklaren
Wanneer een man of vrouw
Op hun huid ergens op het lichaam
Glimmende vlekken vertoont
Witte glimmende vlekken
En de priester bekijkt het
En het blijkt dat er bij hen in de huid
Dof-witte vlekken zijn
Dan is het een goedaardige huiduitslag
Die in de huid floreert:
Hij is rein
Wanneer het hoofd bij een man kaal wordt
Dan is hij normaal kaalhoofdig:
Hij is rein
Wordt hij kaal aan zijn voorhoofd
Dan is hij iemand met een hoog voorhoofd:
Hij is rein
Ontstaat nu op die kale kruin
Of op dat kale voorhoofd een aandoening
Die er blasrood uitziet
Dan is het een floride Tsara’ath-ziekte
Op z’n kale kruin
Of op z’n kale voorhoofd
En wanneer de priester hem bekijkt
En er blijkt een blasrode zwelling te zijn
Op zijn kale kruin
Of op zijn kale voorhoofd
Die er uitziet als de Tsara’ath-ziekte van de lichaamshuid
Dan is hij een aan Tsara’ath lijdende
Hij is onrein
De priester verklaart hem onrein
De aandoening zit op zijn hoofd
De aan Tsara’ath lijdende
Hij die dus behept is met de aandoening
Diens kleren moeten ingescheurd worden
Zijn hoofdhaar laat hij wild groeien
Tot over zijn snor zal hij zich omhullen
En ‘onrein, onrein,’ moet hij roepen
Zolang hij met de aandoening behept is
Blijft hij onrein
Hij is immers onrein
Hij moet geïsoleerd blijven
Buiten de legerplaats is de voor hem bestemde verblijfplaats

Als iemands kleren worden ingescheurd
En het haar laat groeien
Dan is hij dood voor de gemeente
Verbannen uit de groep
Buiten de legerplaats

Ik heb nog een rondje
Nieuwe plantjes op het balkon gezet
Van mijn ouders gekregen
De eerste ronde was uitgebloeid
En het zag er niet meer zo gezellig uit
Nu staat er weer kleur op mijn balkon
Heerlijk
Morgen nog een rondje naar de bloemenzaak

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, let-it-blossom-let-it-grow-story



This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.