Zoengeld

De Eeuwige zei tegen Moshé:
Als je het totaal van de kinderen van Jisraël wilt opnemen door hen te tellen
Laat dan, als men telt, ieder een zoengeld voor zijn ziel geven
Ter ere van de Eeuwige
Opdat geen ramp hen zal treffen doordat men telt
Dit moet ieder geven die naar de getelden overgaat
Een halve shekel
Naar de standaard shekel van het Heiligdom
Twintig géra per shekel
Dus een halve shekel als afgezonderde gewijde gave voor de Eeuwige
Ieder die overgaat naar de getelden
Van twintig jaar oud en daarboven
Moet die afgezonderde gewijde gave voor de Eeuwige geven
De rijke zal niet meer
En de arme zal niet minder geven dan een halve shekel
Als afgezonderde gewijde gave ter ere van de Eeuwige
Om verzoening te verkrijgen voor jullie leven
En je moet de zoengelden van de kinderen van Jisraël in ontvangst nemen
En ze gebruiken voor de dienst in de tent-der-samenkomsten
Dit zal voor de kinderen van Jisraël een herinnering zijn bij de Eeuwige
Om verzoening te verkrijgen voor jullie leven

Als er een volkstelling wordt gehouden
Wat een bron van trots kan zijn
Moest er betaald worden
Opdat men niet door een ‘plaag’ geslagen zou worden
Tijdens het tellen
En het geld werd gebruikt voor de dienst
Kwam dus weer terug bij het volk
Bovendien was arm of rijk verplicht evenveel te betalen
Zodat iedereen gelijk is tegenover de Eeuwige

Weinig gedaan vandaag
Mijn hermafrodiete vriendin kwam langs
En bleef maar babbelen
Ze gaf me een magendavid van zilver
Een davidster, hanger, sieraad
Ik heb het niet aangenomen
Vroeger droeg ik een gouden
Wij allemaal thuis
Maar dat draag ik niet meer
Al heel lang niet meer
Ik denk sinds dat ik in Israël woonde
Mijn moeder wel
Die is daar trots op
Zilver, goud, witgoud met diamant
You name it, zij heeft het
Soms maak ik me daar zorgen over
Dat kleine wijfie
Met die enorme ster
Op straat is niet iedereen altijd even lief en aardig

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, zaterdag-story