Als korianderzaad

Ook zei Moshé tegen hen over het voedsel dat uit de hemel kwam:
Niemand mag er tot de volgende morgen van overhouden
Maar ze luisterden niet naar Moshé
En enkelen lieten er tot de volgende morgen van over
Toen krioelde het van de wormen
En stonk het
En Moshé was woedend op hen
Ze zamelden het morgen na morgen in
Ieder zoveel hij gewoon was te eten
En werd de zon heet
Dan smolt het
Nu bleek op de zesde dag
Dat ze een dubbele hoeveelheid brood konden inzamelen
Twee ‘omer voor ieder
En alle stamvorsten der gemeenschap kwamen het Moshé vertellen
En deze zei tegen hen:
Dit is het wat de Eeuwige woordelijk gezegd heeft:
Een dag van volkomen werkonthouding
Een heilige shabbat is het morgen voor de Eeuwige
Bak wat je bakken wilt
En kook wat je koken wilt
En al wat er overblijft
Laat dat liggen om tot de volgende dag te bewaren
Ze lieten het liggen tot de volgende morgen
Zoals Moshé het geboden had
En nu stonk het niet
En er waren geen wormen
En Moshé zei:
Eet het vandaag
Want shabbat is het vandaag voor de Eeuwige
Vandaag zullen jullie het niet vinden op het veld
Zes dagen mogen jullie inzamelen
Maar op de zevende dag is het shabbat
Dan is het er niet
Toen er op de zevende dag toch sommigen van het volk
Naar buiten gingen om in te zamelen en niets vonden
Zei de Eeuwige tegen Moshé:
Hoelang weigeren jullie je aan Mijn geboden
En Mijn Thorah-voorschriften te houden?
Zie toch in dat de Eeuwige jullie de shabbat heeft gegeven
Daarom geeft hij jullie op de zesde dag brood voor twee dagen
Ieder moet op zijn plaats blijven
Niemand mag op de zevende dag uit zijn woonplaats gaan
Toen rustte het volk op de zevende dag
Het huis van Jisraël noemde het manna
Het was als korianderzaad
Het was wit
En de smaak ervan als honingkoeken
Moshé zei:
Dit is het gebod dat de Eeuwige jullie geeft:
Een ‘omer vol om het te bewaren
Voor jullie toekomstige geslachten
opdat zij het brood zullen zien
Dat Ik jullie in de woestijn te eten gaf
Toen Ik jullie gevoerd heb uit het land Egypte
En Moshé zei tegen Aharon:
Neem een kruik
En doe daar een volle ‘omer manna in
En leg dat neer vóór de Eeuwige
Teneinde het te bewaren voor jullie toekomstige geslachten
Zoals de Eeuwige het Moshé geboden had
Legde Aharon  het vóór de ark met het getuigenis
Om het te bewaren
De kinderen van Jisraël aten het manna veertig jaar
Totdat ze in bewoond gebied kwamen
Ze bleven het manna eten
Tot ze aan de grens van het land Kena’an kwamen

Lekker zooitje ongeregeld
Dat daar veertig jaar door de woestijn moet trekken
Lekker dwars ook
Het wordt ze verteld
Zo moet het
Nee, toch proberen of het ook anders kan
Dus totdat de ark gevonden is
Weten we niet hoe manna smaakt

Ik moet steeds denken
Aan mijn mooie denkende vriendin
In het land van mijn hart
Ze heeft me toch verteld?
Manna smaakt naar waar je naar verlangt
Het kan naar alles smaken
Dat sprak tot mijn verbeelding
Maar er staat dat het naar honingkoek smaakt
En dan honingkoek met kwartel?
Het volk verlangde naar vlees
Ze kregen kwartels
Misschien is dit het begin van het gebod
Dat kip als vlees beschouwd wordt
Je mag geen vlees met melk eten
Want het is wreed dat het bokje
In de moedermelk gaart
Dus geen kip in roomsausjes
Hoewel het dus gevogelte is
Tegenwoordig weten we niet
Wat groente of fruit is
Dus blijft belasting op gezond hoog
Vers is het sleutelwoord
Verse ananas goedkoper
Ananas uit blik duurder
Maar hoe zit het dan met noten?
Is dat groente of fruit?

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, kippensoepje-story


This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.