Toen zong Moshé met de kinderen van Jisraël
Dit lied voor de Eeuwige
Zo zongen zij:
Zingen wil ik voor de Eeuwige
Want Hij is hoogverheven
Paard en ruiter stortte Hij in zee
Mijn macht en kracht is God
Hij was mij tot redding
Dit is mijn God
Die ik in schoonheid wil dienen
De God van mijn vader
Die ik hoog wil verheffen
De Eeuwige is een krijgsheld
Eeuwige is zijn naam
Far’o’s wagens en krijgsmacht
Wierp Hij in zee
De keur zijner bevelhebbers
Werden in de Rietzee tot zinken gebracht
Diepe watermassa’s bedekten hen
Als een steen zonken zij in de diepte
Uw rechterhand, Eeuwige
Verheerlijkt door kracht
Uw rechterhand, Eeuwige
Verplettert de vijand
In Uw majestueuze Hoogheid
Werpt U Uw tegenstanders omver
Wanneer U de vrije loop laat
Aan Uw laaiende woede
Verteert deze hen als strostoppels
Door Uw briesende adem
Hoopte water zich op
Stond wat vloeibaar was als dam
Stolden de diepe watermassa’s
In het hart van de zee
De vijand dacht:
Ik achtervolg
Haal hen in
Verdeel de buit
Mijn zielsverlangen
Wordt aan hen bevredigd
Ik trek mijn zwaard
Mijn hand neemt weer bezit van hen
U blies met Uw adem
Zee bedekte hen
Zij zonken als lood in machtige wateren
Wie is Uw gelijke onder de goden, Eeuwige
Wie is U gelijk onder de goden, Eeuwige
Wie is u gelijk
Verheerlijkt in heiligheid
Ontzaggelijk in roem
Wonderdoener!
Uw rechterhand strekte U uit
De aarde verzwolg hen
U hebt in Uw liefde
Het volk dat U verlost hebt geleid
Met Uw kracht
Voert U het naar
Uw heilige woning
Volkeren horen het
Zij beven
Benauwende angst beklemt de bewoners van Pelesheth
Dan ook zijn de vorsten van Edom ontzet
De machtige van Moab
Huivering grijpt hen aan
Alle inwoners van Kena’an kwijnen weg
Angst en vrees overvalt hen
Als de kracht van Uw arm
Merkbaar wordt
Verstommen ze als steen
Terwijl doortrekt, Uw volk, Eeuwige
Terwijl doortrekt het volk
Dat U in bezit hebt genomen
U brengt hen
En plant hen op Uw bergachtig erfdeel
De zetel die U zich tot woning maakt, Eeuwige
Naar het heiligdom
Heer dat Uw handen hebben gegrondvest
De Eeuwige regere immer en eeuwig
De kinderen van Jisraël
Net uit Egypte gered
De zee doorstoken
Komen aan land
Zingen een lied voor de Eeuwige
Waaruit hun dankbaarheid blijkt
En de grootsheid van de Eeuwige
Maar ook hun dankbaarheid naar de toekomst
Maandagochtend, slome dag
In mijn winkelcentrum
Helft van de winkels dicht
Supermarkten zijn nog niet bevoorraad
Toch heel wat euro’s lichter
Drentel ik weer naar buiten
Het is nog te vroeg om met voorbereidingen te beginnen
Ja poetsen
Maar daar ontbreekt me de lust toe
Nu boodschappen verzamelen
Morgen weer op stap
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Pascale, honing-en-olijfolie-story