Geen hoef blijft achter

De sprinkhanen kwamen opzetten
Over heel het land Egypte
En streken neer op het hele grondgebied van Egypte
Heel erg was het
Zoals deze was er nog nooit een sprinkhanenplaag geweest
Noch zou zoiets daarna voorkomen
Zij bedekten de gehele oppervlakte van het land
Zodat het land werd verduisterd
Zij vraten al het op het veld staande gewas op
En alle boomvruchten die de hagel had overgelaten
Niets groens bleef er aan de bomen
En aan het gewas op het veld
In heel het land Egypte
Heel vlug liet Far’o Moshé en Aharon roepen en zei:
Ik heb gezondigd tegenover de Eeuwige
Jullie God
En tegenover jullie
Nu dan vergeef me toch nog deze keer mijn zonde
En bidt tot de Eeuwige
Jullie God
Dat Hij tenminste deze dodelijke plaag van mij laat wijken
Hij ging van Far’o weg en bad tot de Eeuwige
De Eeuwige liet de wind keren in een zeer sterke westenwind
Die de sprinkhanen opnam
En in de Rietzee dreef
Niet één sprinkhaan bleef over in het gehele gebied van Egypte
Maar de Eeuwige sterkte Far’o in zijn kwade voornemens
Zodat hij de kinderen van Jisraël niet liet gaan
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Strek je hand uit naar de hemel
En er zal duisternis komen over Egypte
Zó dat de duisternis tastbaar zal zijn
Moshé strekte zijn hand uit naar de hemel
En een diepdonkere duisternis viel over geheel Egypteland
Gedurende drie dagen
De één kon de ander niet zien
Noch kon iemand van zijn plaats opstaan
Drie dagen lang
Alleen bij de kinderen van Jisraël
Was licht overal waar zij woonden
Far’o ontbood Moshé en zei:
Ga heen, dien de Eeuwige
Maar uw klein en rundvee moeten achter blijven
Wel kunnen jullie kleine kinderen met jullie meegaan
Maar Moshé zei:
Niet alleen zult u ons slachtoffers en offers
Die in vlammen opgaan ter hand stellen
Die wij voor de Eeuwige
Onze God
Kunnen offeren
Maar ook ons eigen vee gaat met ons mee
Er blijft geen hoef achter
Want daar moeten we het van afnemen
Om de Eeuwige onze God te dienen
We weten immers niet hoe wij de Eeuwige moeten dienen
Totdat we daar zijn aangekomen
De Eeuwige liet Far’o sterk blijven in zijn kwade voornemen
Hij wilde hen niet laten heengaan
Far’o zei hem:
Ga van me weg
Pas op dat je me niet weer onder ogen komt
Want op de dag dat je me onder ogen komt
Zul je sterven
Moshé zei:
U hebt juist gesproken
Ik zal u niet meer onder ogen komen!

In de pikorde van vriendinnen
Bungel ik ergens onderaan
Er deugt vaak iets niet aan mij
Dan val ik weer een tijdje uit de gratie
Dit verkeerd gedaan
Dat verkeerd gedaan
Ze is van straffen
En laten voelen
Een vriendin wil bemiddelen
Maar ik laat het liever zo

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, slavery-story


This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.