Slechte ingeving van het hart

Wie onder de hovelingen van Far’o ontzag had
Voor het woord van de Eeuwige
Liet zijn slaven en vee een toevlucht zoeken in de huizen
Maar wie geen aandacht schonk aan het woord van de Eeuwige
Liet zijn slaven en vee op het veld
Toen zei de Eeuwige tegen Moshé:
Strek je hand uit naar de hemel
En er komt hagel over heel het land Egypte
Op mens en dier
En alle veldgewassen in het land Egypte
Moshé hief zijn staf op naar de hemel
En de Eeuwige liet het donderen en hagelen
En vuur schoot naar de aarde
Zo liet de Eeuwige de hagel op het land Egypte neerkomen
Daar was de hagel!
Het vuur schoot tussen de hagel door
Heel erg was het
Zo was het nog nooit in Egypte geweest
Vanaf de tijd dat het een volk was geworden
De hagel sloeg in het gehele land Egypte neer
Alles wat op het veld was
Van mens tot vee
De hagel sloeg al het veldgewas stuk
En verpletterde alle bomen van het veld
Alleen in het land Goshen hagelde het niet
Waar de kinderen van Jisraël waren
Far’o liet Moshé en Aharon roepen
En zei tegen hen:
Nu moet ik wel schuld bekennen
De Eeuwige is in Zijn recht
En ik en mijn volk hebben ongelijk
Bidt tot de Eeuwige
Er is meer dan genoeg geweest
Van die geweldige donderslagen en hagel
Ik zal jullie heus laten gaan
En jullie behoeven niet langer te blijven
Moshé zei tegen hem:
Zodra ik buiten de stad ben
Zal ik mijn handen in gebed tot de Eeuwige uitstrekken
De donderslagen zullen ophouden
En het zal niet meer hagelen
Opdat u zult weten
Dat de aarde aan de Eeuwige behoort
Maar wat u en uw hovelingen betreft
Weet ik wel
Dat u nog niet het echte ontzag voor de Eeuwige God heeft
Het vlas en de gerst waren geslagen
Want de gerst stond in rijpe aren
En het vlas in de knop
Maar de tarwe en de spelt waren niet getroffen
Daar deze pas laat rijpen
Moshé ging van Far’o weg
Buiten de stad
En strekte zijn handen in gebed uit tot de Eeuwige
De donder en hagel hielden op
En het stortregende niet meer op aarde
Toen Far’o zag dat de regen
De hagel en de donder waren opgehouden
Ging hij door met zondigen
Zijn slechte neigingen liet hij het zwaarst wegen
Hij en zijn hovelingen
Far’o bleef sterk in zijn slechte voornemens
En liet de kinderen van Jisraël niet gaan
Zoals de Eeuwige het voorspeld had
Door middel van Moshé

Beter weten en toch luisteren
Naar de slechte ingevingen van je hart
Hoe herkenbaar

Het is een luie dag
Ik had plannen
Maar puntje bij paaltje geen zin
Als een bezetene zijn mijn handen
Aan het borduren
Het wordt heel mooi
En is veel werk
Ik denk hierna nooit meer
Maar er hangen nog gordijnen
Waarop het ook heel mooi zou zijn
Dat wordt een levensproject
Dat ik misschien nooit af krijg
Steekje voor steekje voort

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, huisvlijt-story



This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.