Kont tegen de krib

De Eeuwige zei tegen Moshé:
Ga naar Far’o en spreek tot hem:
Zo zegt de Eeuwige
De God der Hebreën:
Laat mijn volk heengaan
Dat het Mij diene
Want als u weigert het te laten gaan
En het nog langer vasthoudt
Dan is de straffende hand van de Eeuwige
Op uw vee dat op het veld is
Op de paarden, de ezels, de kamelen
Het rund en kleinvee
Een zeer zware pestziekte zal er zijn
Een scheiding maakt de Eeuwige tussen het vee van Jisraël
En het vee van Egypte
Zodat van al wat van de kinderen van Jisraël is
Niets zal sterven
De Eeuwige heeft ook een tijdstip bepaald:
Morgen zal de Eeuwige dit in uw land verrichten
En de Eeuwige deed dit de volgende dag
Al het vee ging dood
Maar van het vee van de kinderen van Jisraël
Stierf er niet één
Far’o liet informeren
En inderdaad van het vee van de kinderen van Jisraël
Was er niet één gestorven
Maar de kwade ingeving van Far’o’s hart bleef zwaar wegen
En hij liet het volk niet gaan
Toen zei de Eeuwige tegen Moshé en Aharon:
Neem jullie handen vol ovenroet
En laat Moshé het in de lucht werpen
Voor de ogen van Far’o
Het zal tot een stofwolk worden over heel het land Egypte
En bij mens en dier in heel Egypteland
Een huidontsteking veroorzaken
Die open zal breken in etterende zweren
Zij namen het ovenroet
En toen ze voor Far’o stonden
Wierp Moshé het in de lucht
En er trad een huidontsteking op
Met etterende zweren bij mens en dier
De beeldschriftkundigen konden niet bij Moshé blijven staan
Door de huidontsteking
Want bij de beeldschriftkundigen was er huidontsteking
Evenals bij alle Egyptenaren
Maar de Eeuwige sterkte Far’o in zijn slechte voornemens
Zodat hij niet naar hen luisterde
Zoals de Eeuwige het Moshé voorspeld had
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Sta vroeg op in de ochtend
Ga voor Far’o staan en zeg hem:
Zo zegt de Eeuwige
De God der Hebreën
Laat Mijn volk gaan
Dat het Mij diene!
Want deze keer richt Ik al Mijn plagen op u
Evenals op uw hovelingen
En op uw volk
Opdat u zult weten
Dat er niemand op de gehele aarde is als Ik
Want Ik zou nu wel Mijn hand kunnen uitstrekken
En uw volk met de pest kunnen slaan
Zodat het van de aarde weggevaagd zou worden
Maar hierom heb Ik u in stand gehouden
Om u Mijn kracht te tonen
En om Mijn naam op de gehele aarde te verkondigen
Blijft u zich nog verzetten tegen Mijn volk
Door het niet weg te laten gaan
Dan zal Ik morgen om deze tijd een zo zware hagel doen neerkomen
Als er nog nooit in Egypte geweest is
Vanaf het ontstaan tot nu toe
Laat dan nu al het vee
En al wat u in het veld hebt in veiligheid brengen
Op ieder mens en dier
Dat zich op het veld bevindt
En niet in huis is ondergebracht
Zal de hagel neerdalen
Zij zullen sterven

De Eeuwige gaat door met zijn krachtvertoon
De ene plaag na de andere strooit Hij
Als een zaadlozing over het Egyptische volk
Dat is denk ik nog een straf erbij
Er is nu een duidelijke scheiding
Tussen de Egyptenaren en de Hebreeën
Terwijl Hij het hart van Far’o verhardt
Hij is nog niet klaar met Zijn krachtpatserij
Haantjes gedrag
Dit is een verhaal over vrijheid en vrije wil

In de supermarkt is er een hummeltje van nog geen twee
Dat haar vrijheid ruikt
Ze neemt de kuierlatten
En smeert ‘m naar de draaideuren
Terwijl haar moeder nog bij de kassa staat
Ik hoor haar de naam van haar dochter roepen
Bijna bij de draaideuren kom ik de kleine vrijheidsstrijdster tegen
Ik zeg tegen haar
Je moeder roept je
Ga maar snel
Maar de kleine wijst naar de draaideur
Naar buiten
Nee, zeg ik
Ga maar naar mama
Die is daar bij de kassa
Anders ben je haar straks kwijt
Dan wordt het huilen
Ze kijkt me aan
Ziet een medeverzetsheldin
En stopt haar warme knuistje in mijn hand
Samen draaien we om
Recht in de armen van mama met de buggy
Sorry klein meisje
In gedachten zijn we buiten
Haren in de wind
Kont tegen de krib

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, freedom-fighter-story


This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.