Een vinger Gods

De beeldschriftkundigen zeiden tegen Far’o:
Een vinger Gods is het
En toch bleef Far’o sterk in zijn voornemens
En luisterde niet naar hen
Zoals de Eeuwige voorspeld had
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Sta morgenochtend vroeg op
En wacht Far’o dan op
Als hij uitgaat naar de waterkant
Zeg hem dan:
Zo zegt de Eeuwige:
Laat Mijn volk heengaan
Dan zal het Mij dienen
Want als u Mijn volk niet laat gaan
Dan stuur Ik kleine schadelijke dieren op u af
Op uw hovelingen
Op uw volk
En op uw huizen
Zodat de huizen der Egyptenaren overvol zullen zijn
Van kleine schadelijke dieren
Evenals de grond waarop zij zich bevinden
Een uitzondering zal Ik op die dag
Voor het land Goshen maken
Waar Mijn volk zich bevindt
Door daar geen kleine schadelijke dieren te laten zijn
Opdat u zult erkennen dat Ik de Eeuwige ben
Tot midden in het eigen land
Zo maak Ik een onderscheid tussen Mijn volk
En uw volk
Morgen zal dit wonderteken plaatsvinden
En dat deed de Eeuwige
En een dikke zwerm kleine schadelijke dieren
Kwam op de huizen van Far’o en op zijn hovelingen af
En in heel het land Egypte werd de bodem geteisterd
Door die kleine schadelijke dieren
Far’o ontbood Moshé en Aharon en zei:
Ga en offer voor uw God in het land
Maar Moshé zei:
Het zou onjuist zijn om zo te handelen
Want als wij voor de Eeuwige onze God zouden offeren
Zou dat afschuwelijk zijn voor de Egyptenaren
Als wij inderdaad offeren
Wat voor de Egyptenaren iets afschuwelijks zou zijn
Zouden ze ons dan niet stenigen?
Drie dagreizen willen we de woestijn intrekken
En dan voor de Eeuwige onze God offers brengen
Zoals Hij het ons zal zeggen
Toen zei Far’o:
Ik zal jullie laten gaan
Opdat jullie in de woestijn kunt offeren voor de Eeuwige jullie God
Maar ga vooral niet ver weg
Bid voor mij
En Moshé zei:
Zie, ik ga nu van u weg en zal tot de Eeuwige bidden
Morgen zullen de kleine schadelijke dieren u
Uw hovelingen
En uw volk verlaten
Maar laat Far’o ons verder niet teleurstellen
Door het volk niet te laten gaan
Om voor de Eeuwige te offeren
Moshé ging van Far’o weg
En bad tot de Eeuwige
En de Eeuwige deed naar het woord van Moshé
En verwijderde de kleine schadelijke dieren
Van Far’o
Zijn hovelingen
En zijn volk
Er bleef er niet één over
Maar Far’o liet ook deze keer
De kwade ingeving van zijn hart
Het zwaarst wegen
En liet het volk niet gaan

Een man een man
Een woord een woord
Far’o heeft er alles voor over als hij belaagd wordt
Door de plagen van de Eeuwige
Maar als het probleem verholpen is
Houdt hij zijn belofte niet
Het zal hem duur komen te staan
De straf van God steeds zwaarder
De Eeuwige spreekt overigens nooit rechtstreeks met Far’o
Hij gebruikt Moshé als boodschapper
Van zijn exacte woorden
Het is ook de eerste keer dat God
Een scheiding tussen zijn volk
En de Egyptenaren maakt
Waren de andere plagen ook
Belastend voor de Hebreeërs?


Jammer dat het zo’n grauwe natte dag is
De magnolia vlakbij begint uit te lopen
Nog geen bloemen
Maar prachtige knoppen
Puntig als vlijmscherpe tulpen
Als roze vlammen naar de grijze hemel
Ondertussen ga ik door
Met decoreren van mijn huis
Borduurwerk op de vitrage van het voordeurruitje
Als geklost kant

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, voortborduren-story



This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.