Zo deden zij

De Eeuwige zei tot Moshé:
Zie, ik heb je aangesteld als een rechter over Far’o
En Aharon, je broer, zal je woordvoerder zijn
Jij brengt onder woorden al wat Ik je zal opdragen
En Aharon, je broer, spreekt tot Far’o
Dat hij de kinderen van Jisraël uit zijn land laat heengaan
Maar Ik zal het gemoed van Far’o verharden
Zodat Ik mijn tekenen en wonderen
In Egypte zal moeten vermeerderen
Far’o zal niet naar jullie luisteren
Dan zal Ik Mijn straffende hand op Egypte laten neerkomen
En Mijn tot een leger gevormde troepen
Mijn volk, de kinderen van Jisraël
Onder zware straffen uit het land Egypte voeren
Egypte zal het weten dat Ik de Eeuwige ben
Als Ik Mijn straffende hand over Egypte uitstrek
En de kinderen van Jisraël uit hun midden zal wegvoeren
Moshé en Aharon deden het
Zoals de Eeuwige het hun opgedragen had
Zo deden zij
Moshé was tachtig jaar oud
En Aharon drieëntachtig toen zij tot Far’o spraken
De Eeuwige zei tegen Moshé en Aharon
Wanneer Far’o tot jullie zegt:
Breng een bewijs voor jullie optreden door een wonder
Zeg dan tegen Aharon:
Neem je staf
En werp hem voor Far’o neer
Het zal een slang worden
Moshé kwam met Aharon bij Far’o
En zij deden precies zoals de Eeuwige had bevolen
Dus wierp Aharon zijn staf voor Far’o en zijn dienaren
En het werd een slang
Maar ook Far’o ontbood zijn wijzen en tovenaars
En ook zij, de beeldschriftkundigen
Deden met hun toverkunsten hetzelfde
Ieder wierp zijn staf neer
Die een slang werd
Aharons staf verslond echter hun staven
Toch bleef Far’o sterk in zijn slechte voornemens
En luisterde niet naar hen
Zoals de Eeuwige voorspeld had
De Eeuwige zei tegen Moshé:
Hardnekkig houdt Far’o vast aan zijn voornemens
Hij weigert het volk te laten gaan
Ga in de morgen naar Far’o
Dan gaat hij uit naar het water
Wacht hem dan op aan de oever van de Nijl
Met de staf die in een slang veranderd is
In je hand
En zeg dan tegen hem:
De Eeuwige
De God der Hebreën stuurt me naar u toe met de boodschap:
Stuur Mijn volk heen
Opdat ze Mij dienen in de woestijn
Maar ja, tot nu toe hebt u niet geluisterd

Ik hou niet van zo’n straffende God
Die expres het hart van Far’o verhardt
Zodat Hij zijn kunsten kan vertonen
Ik ben heel erg dol op de scene
Uit The Prince of Egypt
You are playing with the big boys now

Ik werd met het gefluit van vogels wakker
Geluid dat ik niet meer gewend ben
Aan zee zijn het de meeuwen die wakker gakken
En de duiven die hun lusten botvieren
Op je zenuwgestel en elkaar
Weet je hoe hard het geluid klinkt
Van een wiekende vleugel van een duif?
Alsof er een engel op je balkon landt
Die mooie rooie is jarig
Ik heb hem gebeld precies om middernacht
Zijn Amerikaanse tijd
Zijn tweede Israëlische vrouw
Was een uurtje eerder
Haar tijd voor zijn tijd
Zijn huidige vrouw heeft nog niet gebeld
Onder mijn raam fluit iemand een vrolijk deuntje
Ik ben blij met het geluid van de vreemde vogels in mijn wijk

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, playing-with-the-big-boys-story

This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Mooie Rooie, Own Art. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.