Tel je zegeningen

Joséf nam zijn beide zonen
Efrajim met zijn rechterhand
Dus links van Jisraël
En Menashé met zijn linkerhand
Dus rechts van Jisraël
En bracht ze naar hem toe
Jisraël strekte zijn rechterhand uit
En legde die op het Efrajims hoofd
Terwijl die toch de jongste was
En zijn linkerhand op het hoofd van Menashé
Opzettelijk legde hij zijn handen zo
Ofschoon Menashé de eerstgeborene was
Hij zegende Joséf en zei:
De God in wiens paden mijn voorouders
Awraham en Jitschak gegaan zijn
De God die mijn herder is
Vanaf mijn geboorte tot op deze dag
De Engel die mij van alle kwaad verloste
Die zegene de jongens
En moge door hen mijn naam
En die van mijn voorouders
Awraham en Jitschak genoemd worden
En mogen zij zich als de vissen vermeerderen
In grote menigte in het land
Toen Joséf zag dat zijn vader zijn rechterhand wilde leggen op Efrajims hoofd
Vond hij dat verkeerd en greep hij de hand van zijn vader
Om die van het hoofd van Efrajim weg te nemen
Naar dat van Menashé
En Joséf zei tegen zijn vader:
Niet zo vader
Want dit is de eerstgeborene
Leg uw hand op zijn hoofd
Maar zijn vader weigerde en zei:
Ik weet het wel, mijn jongen, ik weet het wel
Ook hij zal tot een volk worden
En ook hij zal groot worden
Evenwel zal zijn jongere broer groter zijn dan hij
En zijn nakomelingen zullen een menigte van volksstammen vormen
Diezelfde dag gaf hij en de volgende zegen:
Met jullie zal Jisraël aldus de zegen uitspreken:
God moge je maken als Efrajim en Menashé
En hij plaatste Efrajim voor Menashé
En tegen Joséf zei Jisraël:
Ik ga nu sterven
God zal met jullie zijn
En Hij zal jullie terugvoeren
Naar het land van jullie vaderen
En ik geef je persoonlijk
Eén deel boven je broers
Wat ik met mijn zwaard en met mijn boog
Uit de handen van de Emoriet genomen heb

Je kunt je afvragen waarom?
Waarom zegende Ja’akov de jongste en niet de oudste zoon?
Hij zag niet zo goed meer wordt erbij verteld
Maar Joséf greep duidelijk in
En liet zijn vader weten wie wie was
Maar Ja’akov maakt deel uit van een traditie
Awraham had twee zonen Jishmaël en Jitschak
Jitschak had twee zonen Esav en Ja’akov
Ja’akov had twaalf zonen
Joséf had twee zonen Menashé en Efrajim
Geen van de oudste zonen ontving de traditionele zegening

Het heeft me drie weken gekost
De kunst is veilig
Schoongemaakt
Opgeborgen
Vier werken weggegooid
Ze bestaan niet langer
With a little help of a so called friend
Die zo bang was om te zeggen
Het spijt me, wat erg
Dat ze liever de vriendschap verbrak

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, shabbat-shalom-story

This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.