Liefdesdienst

Ook dit jaar liep ten einde
Toen kwamen de Egyptenaren
Het daaropvolgende jaar bij Joséf
En zeiden tegen hem:
Wij hoeven het voor mijn heer
Niet verborgen te houden
Dat, omdat het geld en onze kudden vee
Op zijn gegaan ten behoeve van mijn heer
En van ons
Er voor mijn heer niets anders overblijft dan ons lichaam
En onze grond
Waarom zouden wij voor uw ogen
Ten ondergang gedoemd zijn
Wij zowel als onze landerijen
Koop ons en ons grondbezit in ruil voor brood
Dan zullen wij en ons land dienstbaar zijn aan Far’o
En geef ons zaaikoren
Zodat wij blijven leven
En niet sterven
En het land niet woest zal worden
Toen kocht Joséf alle grond in Egypte voor Far’o
Want de Egyptenaren verkochten ieder hun akker
Omdat de honger hen te machtig werd
Zo kwam het land aan Far’o
En het volk verplaatste hij volgens de stadsgebieden
Van de ene uiterste grens van Egypte naar de andere
Alleen het grondbezit der priesters kocht hij niet
Want de priesters hadden een vaste toelage van Far’o
En konden eten van hun vaste toelage die Far’o hen gaf
Daarom hoefden ze ook hun grond niet te verkopen
Joséf zei tegen het volk:
Vandaag heb ik jullie en je grond voor Far’o gekocht
Hier is dan zaaikoren voor jullie
Zodat je de bodem kunt bezaaien
En bij het binnenhalen zal het zo zijn dat
Jullie een vijfde deel aan Far’o geven
En vier delen zullen zijn als zaaikoren voor de velden
Als voedsel voor jullie en voor jullie huisgenoten
En als eten voor jullie kinderen
Ze zeiden:
U hebt ons in leven gehouden
Laat ons verder genegenheid bij mijn heer mogen vinden
Dan zullen wij Far’o dienstbaar zijn
Joséf bepaalde het als een wet tot op de dag van heden
Dat wat het grondbezit in Egypte betreft
Een vijfde voor Far’o zou zijn
Slechts met uitzondering van de grond van de priesters
Die was niet voor Far’o
Jisraël woonde in het land Egypte
In de landstreek Goshen
Ze kregen daar vaste grond
Ze waren vruchtbaar en werden zeer talrijk
Ja’akov leefde zeventien jaar in het land Egypte
Zijn levensjaren bedroegen honderdzevenenveertig jaar
Toen Jisraëls tijd om te sterven naderbij kwam
Ontbood hij zijn zoon Joséf en zei hem:
Als ik enige genegenheid bij je mag aantreffen
Leg dan je hand onder mijn heup
En bewijs mij een ware liefdesdienst:
Begraaf me niet in Egypte
Want ik wil bij mijn voorouders liggen
Draag mij dus uit Egypte
En begraaf me in hun graf
En Joséf zei:
Ik zal handelen volgens uw woord
Hij zei:
Zweer het mij
En hij zwoer het hem
Toen boog Jisraël zich naar het hoofdeinde van het bed toe

Een hand onder de heup leggen
Curieuze gewoonte
We hebben het eerder gezien bij Abraham op zijn sterfbed
Die zijn bediende vraagt hetzelfde te doen
En te zweren een vrouw voor Jitschak te vinden
Ja’akov vraagt het zijn zoon Joséf
Een hand onder de heup
En te zweren dat hij niet in Egypte maar Kena’an wordt begraven
In het graf van zijn voorouders
Er zijn verschillende verklaringen voor
Tegenwoordig zweren we met de hand op ons hart
Of op de bijbel
Maar in die tijd was er nog geen bijbel
En de hand onder de heup leggen kan ook vertaald worden
Met de hand in het kruis, of onder de dijen
De genitaliën waren immers teken
Van voortplanting en het verbond van God Met Abraham
Toen hij besneden werd
Zeer intieme bezwering, zo ongemakkelijk
Dat de eed niet te verbreken valt, denk ik

Vandaag ben ik chagrijnig
De hele nacht wakker gelegen
Door de loverboys van de buurvrouw op leeftijd
Die zich te buiten gaat aan de hand onder de heup op Tinder
Tot diep in de nacht werd er gebeld
En haar freaking beltoon ging me door merg en been

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, lente-kriebels-van-de-buurvrouw-houden-me-wakker-story

This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.