Koffiegeleuter

De honger drukte zwaar op het land
Toen zij het koren dat zij uit Egypte hadden meegebracht
Opgegeten hadden
Zei hun vader tegen hen:
Ga weer eens wat eten voor ons kopen
Jehoedah zei echter tegen hem:
Die man heeft ons gewaarschuwd:
Zonder dat jullie broer er bij is
Mogen jullie me niet meer onder ogen komen
Als u onze broer met ons mee wilt sturen
Willen we erheen gaan
En eten voor u kopen
Maar wilt u hem niet sturen
Dan gaan we niet
De man heeft ons toch gezegd:
Kom me niet onder ogen
Zonder dat jullie broer bij jullie is
Toen zei Jisraël:
Waarom hebben jullie mij verdriet aangedaan
Om de man te vertellen
Dat jullie nog een broer hebben?
En ze zeiden:
De man heeft ons stelselmatig ondervraagd
Naar onszelf en naar onze familie
Op deze manier:
Leeft jullie vader nog?
Hebben jullie nog een broer?
En wij, wij vertelden het hem
Aan de hand van deze vragen
Hadden wij dan kunnen weten
Dat hij zeggen zou:
Breng jullie broer hierheen
Toen zei Jehoedah tegen Jisraël zijn vader:
Stuur de jongen met mij mee
Laten we ons gereedmaken
En gaan zodat we in leven blijven en niet sterven
Zowel wij, als u, als onze kinderen
Ik sta borg voor hem
Uit mijn hand kunt u hem opeisen
En mocht ik hem niet bij u terugbrengen
En hem voor u plaatsen
Dan zal ik tegen u voor altijd
Als zondaar staan
Als we niet zo getalmd hadden
Hadden we nu reeds tweemaal
Terug kunnen zijn

De buurvrouw belt aan
Koffiepads en mok onder de arm
Of ze mijn Senseo even kan gebruiken
Die van haar is stuk
Wat erg van mijn ogen
Zegt ze tussen neus en lippen
Haar dochter heeft het ook
Ik heb geen koffiezetapparaat
Lust geen koffie
En de Senseo die ik aanschafte
Voor de werkmannen
Huis geleden
Heb ik weggegeven
Thank God
Geen koffiegeleuter meer in mijn huis

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, altijd-wat-story

This entry was posted in @Work, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.