Door en verder

Toen werd Ja’akov zeer boos
En kreeg een woordenstrijd met Lawan
Als antwoord zei Ja’akov:
Wat is mijn misdaad
Wat is mijn zonde
Dat u me zo verwoed achtervolgd hebt?
Nu u al mijn goederen hebt doorzocht
Wat hebt u van uw huisraad gevonden?
Leg het hier neer ten overstaan van mijn
En van uw bloedverwanten
Zodat zij een beslissing kunnen nemen tussen ons beiden
In al die twintig jaren dat ik bij u ben
Hebben uw schapen en uw geiten niet misgeworpen
en heb ik van de rammen van uw kleinvee niet gegeten
Als er iets verscheurd was
Heb ik het niet bij u gebracht
Ik moest het zelf vergoeden
Van mijn bezit hebt u het teruggevorderd
Zowel wat overdag als wat ’s nachts werd gestolen
Zo is het mij vergaan:
Overdag sloopte mij de hitte
En de koude bij nacht
Zodat de slaap van mijn ogen week
Het is nu twintig jaar
Dat ik in uw huis ben geweest
Veertien jaar heb ik gediend voor uw twee dochters
En zes jaar voor uw kleinvee
En tientallen keren hebt u mijn loon veranderd
Ware niet de God van mijn vader
De God van Awraham
En de door Jitschak Geëerbiedigde met mij geweest
Dan had u mij nu met lege handen weg laten gaan
Mijn ellende en wat ik met eigen handen bereikt heb
Heeft God gezien
En gisternacht heeft Hij de beslissing genomen
In antwoord hierop zei Lawan:
De dochters zijn mijn dochters
De kinderen zijn mijn kinderen
Het kleinvee is mijn kleinvee
En alles wat je ziet is van mij
Maar wat zal ik vandaag mijn eigen dochters
Of de kinderen die zij gekregen hebben aandoen?
Kom laten wij een verbond sluiten
Ik en jij en laat iets getuige zijn tussen mij en jou
Ja’akov nam een steen en richtte die op als gedenkteken
En tot zijn bloedverwanten zei Ja’akov:
Verzamelt stenen
En zij namen stenen
Maakten een berg
En aten daar op die steenhoop
Lawan noemde die Jegar-Sahadoethah
Steenhoop der getuigenis
En Ja’akov noemde die Gal’ed
De steenhoop is getuige
Lawan zei:
Deze steenhoop is heden getuige tussen jou en mij
Daarom noemt men hem Gal’ed
En ook Mitspah, wachtpost
Daar hij zei:
De Eeuwige moge de wacht houden tussen mij en jou
Als wij uit elkanders gezichtskring verdwenen zijn
Als je mijn dochters zou mishandelen
Of buiten mijn dochters andere vrouwen zou nemen
Al is er dan niemand bij ons
Ja, dan is God getuige tussen mij en jou
Verder zei Lawan tegen Ja’akov:
Zie deze steenhoop
En zie deze gedenksteen die ik heb opgericht tussen mij en jou
Getuige is deze steenhoop
En getuige is deze gedenksteen
Dat ik niet jouw richting deze steenhoop
En dat jij niet mijn richting deze steenhoop
En deze gedenksteen zult passeren met kwade bedoelingen
De God van Awaraham
En de God van Nachor
De God van hun vader
Moge rechtspreken tussen ons
En Ja’akov legde een eed af bij de door zijn vader Jitschak Geëerbiedigde
Daarop slachtte Ja’akov een stuk vee op de berg
En nodigde zijn bloedverwanten uit om te komen eten
Ze kwamen eten en brachten de nacht door op de berg

Lawan heeft het over ik en jij, mij en jou
Altijd zichzelf op de eerste plaats stellend
Maar Ja’akov weet de vrede te bewaren
Over een maaltijd komen ze bij elkaar

De boodschappen zijn binnen
Ook nog op de fiets laatste dingen gehaald
Helft van het huis gepoetst
Soep getrokken van schenkel
Mijn lichaam doet pijn
Ik vrees dat de ziekte die in mijn genen ligt
Voor de liefhebbers die het willen opzoeken
Ik bezit het HLA-B27 gen
Het begint op te spelen
Onderrug, heupen, knieën
Ik heb een huisarts nodig
Die er nog steeds niet is
We gaan door en verder

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, met-het-krakkemikkige-lijf-story


This entry was posted in @home, kunst, literatuur, Own Art and tagged , , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.