Na een big mac, ga ik tegenover McDonalds en de kiosk op het bankje zitten.
Sigaret roken, cola drinken, alsof het hartje zomer is in mijn winterjas en warme das.
Rokin, Amsterdam, 5 december, gewone, ijskoude winterdag, voor toeristen.
Aanvankelijk wel met zon.
Een slecht geklede man ergens in de zestig gaat moeizaam naast me zitten, zwaar leunend op zijn stok. Hij mompelt wat.
Niemand luistert.
Zijn gezelschap is elkaar per ongeluk bij de kiosk tegengekomen. Eén wacht er op de drempel buiten, minstens twee vrouwen zijn druk bezig met kopen, binnen.
Vanaf het bankje wenkt hij naar de man buiten. ‘Hey Thomas,’ roept hij joviaal, Engels. Mannen onder elkaar. ‘Kom eens.’
Maar Thomas doet of hij gek is en verdwijnt snel naar binnen.
De gluiperd, denk ik en kijk toe hoe anderen dat oplossen als ze geen zin in iemand hebben.
Eén van de vrouwen komt naar buiten. De man wenkt ook haar dichterbij. Ze doet een paar stappen in zijn richting, halfhartig, toch welwillend.
‘Kijk duiven,’ zegt hij en begint een heel verhaal in zwaar Schots arme-mannen-accent, dat zelfs zij niet verstaat.
‘Hoe bedoel je duiven,’ vraagt ze.
Hij vertelt hoe ze in en uit McDonalds vliegen.
Ze kijkt om, ziet het niet en loopt verder. Ze weet nu zeker dat hij gek is, daar heeft ze geen geduld voor.
Daarna komt de man die de confrontatie niet aandurfde weer naar buiten met een andere vrouw uit het gezelschap.
De vrouw loopt recht op het bankje af, de gluiperd verschuilt zich half achter haar en zij spuit haar verhaal. Ze vindt de man van de kiosk bijzonder onbeleefd. Ze vroeg om nog een pakje dit of dat merk sigaretten, vertelt ze. De verkoper zei dat hij het niet had, maar het stond achter hem. Daar kwam ze nooit meer!
Het kost me moeite om door het dikke accent het verhaal te blijven volgen.
De man naast me doet geen moeite, hij houdt vol. ‘Kijk nou naar die duiven,’ zegt hij. ‘Ze vliegen McDonalds in en uit. Lovely. Ik heb nog nooit zoiets gezien. Het maakt me vrolijk.’
De vrouw haalt geïrriteerd haar schouders op. Ze is hier niet om zich de hele dag te verwonderen over duiven, snauwt ze en loopt snel de andere vrouw achterna.
De gluiperd begint het interessant te vinden. ‘Wat zei je,’ vraagt hij, ‘hoe zit dat met die duiven?’ Ook hij op zoek naar wat geluk. Samen sjouwen ze de vrouwen achterna.
En ook ik heb opeens oog voor een mannetjesmerel, vrij jong, luid piepend en tsjilpend, aan mijn voeten. Voor geen kleintje vervaard komt hij heel dichtbij, bedelend om voedsel en wat liefde. Maar ik heb slechts de as van mijn sigaret en een laatste slok cola. Als ook nog een Amerikaan zich buigt over het lef van het piepkuiken, zoekt hij met gezwollen borst en open keel, zijn heil bij een meisje verder op, op een ander bankje. Zij die het ook niet kan helpen dat haar aandacht gevangen wordt.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Nicolas Wilmouth, Burger
Zij die het ook niet kan helpen dat haar aandacht gevangen wordt. Super!
Ja, stadsvogels zijn allesbehalve bang uitgevallen.
Graag gelezen, wat kun je toch heerlijk filmisch schrijven omringd met vaak de meest kunstige art. Petje af!
Zou een mooie reclame zijn. Een duif die een Hamburger besteld en ermee naar buiten tippelt.
Het is wel volgens mij niet zo gunstig bij vogels, te wennen aan het eten van vlees in verband met hun nazaten.
@Blew, dank.
@Johan, en vreemde vogels vaak een beetje verdwaald.
@Benona, dank.
@Kitty, het is een misverstand om te denken dat vogels vegetariërs zijn.
Vogels hebben proteïne nodig. Denk aan wormen, vissen, muizen etc.
En aasgieren gaan voor de volle poet, die vreten alles.
.
Met plezier gelezen Jezzebel. Prachtige observaties. Je hebt een prettige schrijfstijl. Korte zinnen met heel veel lading en betekenis. Leuke verrassing om ook eens een verhalend verhaal van je te lezen. Vaker doen!