Na de dood van safta en de jonge Joodse vriend was het nog een hele klus voor Sisel om er achter te komen wie ze was, maar vooral hoe het was, of liever gezegd, hoe het had moeten zijn. Er was geen familie die er over kon vertellen, en al helemaal geen traditie. Niemand die meer wist hoe je een challe moest vlechten met 3, 4, of 6 strengen, wanneer een extra grote en wanneer een ronde.
Sisels moeder was te jong en haar eerste herinneringen waren in de weilanden van de onderduik in Gelderland en niet thuis, als de Tommy’s overvlogen en de boerenzoon of dochter die bij haar was, bovenop het meisje van nog geen drie jaar dook en dat probeerde te beschermen tegen de wereld buiten het erf. Soms ook op het erf, als de Duitsers een vorkje meeprikten en Sisels moeder uit bed werd gehaald om de valse herdershond te kalmeren, en het schattige meisje met de grote blauwe ogen tegen heug en meug aardappelen mee moest eten, het vermeende nichtje, ontsnapt aan de bombardementen in Rotterdam. Misschien wist de oudste zus meer. Sisels moeder behoorde tot de jongste twee, de oudste twee hadden meer meegemaakt en wisten wellicht nog van de tijd voor het gezin uit elkaar viel.
Maar ook de tante wist niet veel en ook zij deed er geheimzinnig over, herinnering en pijn.
Sisel zocht naar het hoe en wat, toen het nog gewoon was, hoe leefden de ouders van haar grootmoeder, wat voor meisje was safta, wat deed ze, waar kwam ze vandaan. Heel soms liet haar oma dan iets glippen, meestal onbewust, als een fijne herinnering de overhand nam, dan vertelde ze hoe ze op vrijdag met haar moeder naar de markt ging voor maagdenperen. Iets lekkers voor shabat. Maar als Sisel vroeg wat shabat was, dan wist ze het niet. En wat ze deden was ze ook vergeten. Als ze al iets deden, ging ze naar sjoel bijvoorbeeld? Maar dat wuifde safta altijd weg. Dat deden ze bij haar thuis niet. Ze kwam uit een arbeidersgezin, zei ze.
Toen op televisie de serie Holocaust werd uitgezonden, en Sisels ouders alle afleveringen vroeg naar bed gingen, omdat haar moeder er niet naar wilde kijken, te dichtbij de verschrikkingen, lot waaraan ze ontsnapt was, ook zij wilde er niet veel van weten, dan belde Sisel soms tot diep in de nacht met safta die ook alleen had gekeken in een verlaten huiskamer met een knabbeltje. Dan huilden ze samen, verdrietige tranen over een leven dat voorbij was, en toch vooral over hoe dat was gegaan, het moorden en de verwoesting, maar soms sijpelde er een druppel cultuur en traditie door, waar Sisel zo naar hongerde.
Het was safta die haar het gebed leerde dat een Jood uitspreekt als hij in nood is, als hij met heel zijn wezen naar God roept om te luisteren. Het was de aflevering waarin ze hadden gezien hoe de Joden van het Warsaw-getto hun verzet uiteindelijk opgaven en zich overgaven, Shema Yisrael en de gaskamers in.
Haar hele jeugd bleef Sisel zoeken naar de snippers van het verleden, soms tegen de klippen op. In het Gooische dorp waar ze opgroeide was niet veel wat met Jodendom of traditie te maken had. Ja, in Amsterdam, werd er gezegd, als Sisel om de kookboeken vroeg, of gebedenboeken, of boeken over gewoontes en tradities, dan moest ze in de grote stad zijn, daar kleefde het verleden, in de analen van de Portugese Synagoge, maar daar durfde Sisel zich toen nog lang niet aan te wagen.
Na de oorlog was een tijd van vooral door en verder, niet te veel terugkijken, alles moest zo snel mogelijk weer op de rit, zodat de verschrikkingen vergeten konden worden, wellicht dacht men dat de wonden vanzelf zouden helen, als je er maar niet te veel aan dacht en er niet over sprak.
Heel wat jaren later toen safta en de Joodse vriend niet meer leefden en Sisel inmiddels zelf in Amsterdam woonde, is ze het systematisch aan gaan pakken. Jodendom voor beginners of iets dergelijks, de eerste cursus die ze volgde, jiddishkeit op zon en feestdagen, voor kneusjes zoals zij, kinderen die verlangden naar de rijke tradities van hun voorouders, maar uit verwoeste gezinnen kwamen en bij wie, net als Sisel, ieder brokje informatie een vloedgolf aan emoties veroorzaakte. Dat valt aan een buitenstaander niet uit te leggen. En later toen ze het serieuzer begon aan te pakken en niet enkel in de shoah wilde blijven hangen, toen is ze torah gaan studeren met orthodox Joodse vrouwen, en Joodse literatuur gaan volgen bij een andere vrouwengroep, ook deed Sisel een cursus kosher koken bij Esther Barendse op zoek naar de peren met kugel van haar grootmoeder. Daar leerde ze over de tradities van shabat. En hoe je een challe maakte, die er altijd minstens twee moesten zijn en waarbij je een stuk van het deeg in het vuur gooide en liet verbranden, symbolisch offer aan de priesters, ter herinnering aan de tijd vóór de verwoesting van de tempel.
Klef brood, staat er in Recepten uit de joodse keuken van Polak & Polak uit 1996; niet goed gekneed of te heet gebakken.
Ingezakt brood: te lang of bij te warme temperatuur gerezen.
Kruimel deeg: te veel gist gebruikt of te lang doorgekneed.
Een choepah-(bruiloft) challe is een heel grote challe met veel eieren.
Voor Rosj Hasjana-brood geen lang gevlochten brood, maar één groot gevlochten rond brood of een spiraalvormig rond brood.
Jezzebel,
Tussen water en water
Later meer
Shabat shalom
Recept: Kosher koken met Esther Barendse, november 1992
Deze komt wat rustiger over dan de vorige.
Heel erg mooi,zoals je vanuit de recepten een hele wereld schetst van cultuur, maar vooral de zoektocht van de ik naar een “dichtgeslibt verleden.”, dat juist daarom zijn sporen heeft nagelaten.
Ontroerend en beklemmend vind ik het ook.
Ik zie steeds duidelijker dat boekje voor me.:-)
Heb je ook nog oude foto’s.?
@Laila, om je de waarheid te zeggen, de vorige had ik het liefst verwijderd.
Het is een tussenstuk dat ik nodig had.
Soms zijn de herinneringen te pijnlijk.
Dan heb je iets zoets nodig, iets dat troost.
Dank voor je woorden.
Er zijn ook foto’s misschien later. En kristallen bestekleggers. Durf het niet, misschien ontwikkelt dat zich nog.
.
Verbinding tussen eten en traditie vind ik erg mooi.
Ik ben er niet zo bekend mee en ik bedenk me dat ik nog nooit brood heb gebakken.
Afbakken ja, maar dat geldt niet.
@Kitty, dank, misschien de challe eens uitproberen?
Niets zo verrukkelijk als eerst de geur en daarna de smaak van eigen gebakken brood.
.