In het hart van de nacht zocht Sisel naar recepten en herinneringen. Het waren er nogal wat. Hier en daar legde ze de bronnen naast elkaar, safta’s kookboek, vol met zorgvuldig beschreven verleidingen, verlangens naar een beter leven, maar ook die van haar zelf, soms ronduit gênante halve dagboeken, soms braaf opgetikte handelingen van een cursus kosher koken. Alle gerechten, alle seizoenen, alle gelegenheden.
Eten gaat over behagen, voeden, koesteren en opzwepen, maar ook over mislukking en verrukking, het gaat over moed en onverschrokkenheid, met lef de specerijen strooien en geraffineerd een snufje zout toevoegen als het te zoet wordt. Veel meer dan de noodzakelijke dagelijkse behoeften voor een gezond en volmaakt leven.
Een zoektocht, zoveel was zeker.
Bladerend door de smaken uit het verleden, van extase en verzoening, armoede en rijkdom, smaken die de familie op de been had gehouden, die ze met elkaar deelden, geproefd, gegeten, genoten, kwam Sisel ook haar eigen, over de hele wereld buitgemaakte recepten tegen. Ze deden niet onder voor die van haar grootmoeder. Maar al die wijsheid van generatie op generatie overgeleverde verleidingen waren aan het vergaan en de beduimelde bladzijden riepen om haar aandacht. Sisel kon er opgewonden van raken, wat een verrukkelijkheden.
Tussen de pagina’s van het Margriet Kookboek, heel wat uitgescheurde blaadjes met nog veel meer lekkers, safta’s met de hand geschreven aanwijzingen, soms stond er een taalfout die ze aandoenlijk vond, haar grootmoeder hield van zelf reisend bakmeel. Hoe kon het ook anders in de jaren na de oorlog was er geen geld voor de verte, andere culturen of nieuwe gerechten. Ze deed het thuis, alleen aan het granieten aanrecht in haar eenvoudige huis aan de Landscheidingskade in Amstelveen, grenzend aan het Amsterdamse bos, waar ze zes hongerige monden, inclusief die van zichzelf en kostganger tante Zus, probeerde te voeden en te plezieren met lekkernijen die zij weer van haar moeder had geleerd.
2 ons zelf reisend bakmeel, 1 ons patentbloem, had haar safta tegen de lijntjes in geschreven, was het ¼ of een ½ pak of pond boter? Die afgekorte P verwarde Sisel vooral omdat er even verder op het lijstje behalve de 175 gram basterd, ook 1 pakje vanille zucker stond, wel volledig uitgeschreven. Zucker had safta geschreven en als ze goed keek dan vond ze ook nog een verdwaald puntje op de u. Dit was haar grootmoeder die sprak niet van een zakje, maar een pakje, met jiddische overdrijving.
Bij het kringeltekeningetje voelde ze het schaamrood op de kaken, die was niet van safta, de domme ronde lus aan het begin, die was vast en zeker van haarzelf. Die had ze eerder gezien in het minireceptenboekje toen ze de aanwijzingen probeerde bij elkaar te houden en had overgeschreven. Geen beginnen aan. De stem van haar safta en die van zichzelf waren door het hele oeuvre vermengd terug te vinden.
Een beginnerslus hadden de kunstcritici de rare gedwongen rondingen in haar werk genoemd. Of was het overgeërfd? Ooit waren er drie liefdes, koken, tekenen en schrijven. Te lang geleden om er verdrietig van te worden.
Een rijkdom aan smaken, geuren en herinneringen gingen er deze nacht door Sisels vingers. Wat was het veel armoediger geworden.
Jezzebel,
Tussen water en water
Later meer
6 Responses to Sisels recepten: Sprits en vanille zucker