Iets lekkers maken, dacht Sisel. Haar naam komt uit het Jiddisch en betekent zoet, Sisel hield meer van hartig, daar zou ze van opknappen. Zoals safta dat deed, vroeger. Gescheiden vrouw na de oorlog, Jodin met vier getraumatiseerde kinderen, haar sores moesten niet misselijk zijn. Haar broodjes ragout de reden dat Sisels vader met haar moeder trouwde. Zo verrukkelijk knapperig had hij nog nooit een broodje gegeten. Aanleiding ook om de rest van zijn leven uitgeholde broodjes te verlangen, zoals bij zijn schoonmoeder, waar hij vanaf toen met gulzige mond op alle verjaarsvisites aanschoof.
Sisel heeft de recepten geërfd. Van het Margriet Kookboek, herziende en verbeterde druk, het jaartal was niet meer na te gaan, ‘20 april 1991,’ stond er in Sisels handschrift aan de binnenkant van de kaft, ‘van oma,’ ter herinnering aan de erfenis, tot de knipsels uit de Libelle. Maar ook de met de hand geschreven kladjes, arretje cake met Delfia, Oostenrijks appelgebak, kokosschuim, gehaktbroodjes of hachee, allemaal even exotisch als gewoon. En als vanzelf waren de sombere gedachten verdwenen. Of niet verdwenen maar naar de achtergrond geduwd. Ieder gerecht een avontuur. Aan die gedachten had ze haar handen vol.
En deze avond zou het Hutspot worden. Nog van vorige week bij Dirk in de aanbieding, gesneden wortelen en uien, gretig uit het schap gegraaid, voor het gemak had Sisel er ook de zak voorgekookte aardappelen bij in het mandje gekwakt. Al een paar dagen probeerde ze de schaamtevolle aanblik van die weeë liefdeloos geschilde en gesneden groenten te vermijden in haar koelkast.
400 gr rundvlees, stond er in het minikookboekje met de verzameling aan recepten in het gemengde handschrift van haar grootmoeder en zichzelf. Dit keer Sisels pen.
Zij had niet voor rundvlees maar Hema-worst gekozen, even in de werkelijkheid blijven, 2 voor niet zoveel. Eén in de vriezer voor later, voor barre tijden, of bij de borrel, glaasje wodka en wat mosterd. Lekker warm.
Bruinbakken in 75 gr braadboter, 500 gr klein gesneden uien, meebakken. Gedroogd pepertje.
Gedroogd pepertje? Had ze dat er zelf van gemaakt, of was het een oorspronkelijk recept? Dat wist ze niet meer.
Het gedroogde pepertje, ze wist zeker dat het een Spaanse was, was een aanwijzing, specerijen uit Israël, land van haar hart. Waar ze misschien op een koude januari of februari-avond, de enige werkelijk grauwe maanden in het land van honing en olijfolie, iets lekkers voor die mooie rooie had willen maken. Iets uit haar moederland, hoewel haar moeder in feite Portugese was uit een adellijk zuivere lijn, wier voorouders tijdens de inquisitie het ruime sop en de verte van de horizon hadden gekozen en naar Antwerpen, Amsterdam en de Antillen zeilden met eigen schepen. Om in het geniep de Moreno uit te hangen, alsof ze bekeerd waren, was hen te min. Het waren trotse Joden, handelslui en zeevaarders, vrije zielen met licht ontvlambaar, wispelturig karakter. Zodoende was haar moeder in het al lang aan lager wal geraakte gezin van haar grootmoeder geboren, die een kind was van een in Amsterdam bekende diamantslijpersfamilie, met enkel de verhalen over de rijkdom uit het verleden van haar vader en zijn vurige familieleden, voor Sisels moeder de jus van het bestaan.
Sisel was de allochtoon tot in de zoveelste generatie en nieuwe vreemdeling in Israël, van Hollandse geboorte met blonde haren. Zoals safta’s hutspot waar door de overlevering een Spaans pepertje in terecht was gekomen op een koude, grauwe dag.
Jezzebel,
Tussen water en water
Later meer
10 Responses to Sisels recepten: Spaans pepertje