Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan je denk.
Of tranen wegbijt.
Geen dag dat ik niet mijn antwoordapparaat check.
Misschien heb je gebeld.
Dat is nooit zo.
Je belt niet.
Ik besta niet.
Veel vertrouwen in mij heb je niet.
Wat ik doe kan je niet bekoren.
Wat ik zie is je te onaangenaam.
Wat ik zeg te confronterend.
En wat ik denk wil je al helemaal niet weten.
De laatste dagen vallen me zwaar.
Ik ben ziek, maar durf niet naar de dokter.
En er zijn geen vriendinnen die me overhalen.
Op het web heb ik naar de symptomen gezocht.
Daar word je niet vrolijk van.
Des te confronterender nu we geen contact hebben.
Ik denk er vaak aan.
Mijn sterfelijkheid en die van jullie.
Vallen alle sores weg als het om leven of dood gaat?
Ik vrees van niet.
Er komt niets meer uit mijn handen.
Ik schrijf niet.
Ik schilder niet.
Soms krabbel ik wat.
En steeds opnieuw komt de waarheid in al haar donkere gestalten op papier.
Daar ben ik dus mee opgehouden.
Het is zo fucking uitzichtloos.
Maar dat wil je niet horen.
Mijn armoede.
Mijn geploeter.
Mijn eenzaamheid.
Al dat falen in je gezicht.
Daar kon je niet mee dealen.
Toen kwakte je de deur dicht.
Je hebt recht op een gelukkige oude dag.
Die versjteerde ik.
En steeds denk ik, ik moet iets.
Mijn lot, mijn hand.
Alsof ik de wereld kan maken.
En mezelf scheppen.
De waarheid is.
Ik ben er niet.
In jouw ogen besta ik niet.
Daar zit ik dan.
Geketend en getekend.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Per Morten Abrahamsen
76 Responses to Geketend en Getekend (open brief aan mijn ouders)