Elfde dag Ramadan.
Eerste van september.
Gaat over ontstoppen.
Nieuwe verbindingen.
En water dat niet doorstroomt.
Waar mond van overloopt.
Slopen en breken.
Vallen en opstaan.
Zoals dat gaat.
Loodgieters komen langs.
Boel wordt opengehakt.
Met liefde aangepakt.
Oh God, denk ik.
Daar gaan we.
Optie A,
Optie B,
Zo wordt me uitgelegd.
En als het niet hier is.
Dan is het benee.
Oké, oké, zeg ik.
Zeg maar eens nee.
Twee meest gewilde,
Mannen van Zandvoort.
In mijn huis.
Al hun pracht.
Zo breken ze met kracht.
Half mijn bad weg.
Allebei bloedend naar huis.
Benedenbuurvrouw doet niet meer open.
Ze wil het niet.
Haar plafond gaat eruit.
Oh mijn God, oh mijn God.
Breekijzers worden uit de kast gehaald.
En weer opgeborgen
En ook de droger begeeft het.
In het gedonder en geraas.
Van storm die al vroeg opstak.
Ik kan niet meer douchen.
God weet hoe lang,
Zij dat volhoudt.
Maar aan het einde van die
Bloedhonden – Dag.
Is er toch nog hoop.
Als ik denk.
Emily Dickinson.
I’m nobody.
I’m nobody! Who are you?
Are you nobody, too?
Then there’s a pair of us – don’t tell!
They’d banish us, you know!
How dreary to be somebody!
How public like a frog
To tell one’s name the livelong day
To an admiring bog!
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Daniel Richter
38 Responses to Nobody