De poppenspeler met,
Heel zijn stijve pik,
Heel zijn lijf,
Al zijn spieren
Zijn vezels en manieren,
Die aan haar touwtjes trekt,
Is zich niet bewust,
Van zijn lege handen.
Zo gaat hij op,
Zijn lust,
Zijn spel.
Beheerst hij,
Al haar bewegingen.
Knielen en buigen,
Beentjes in de lucht.
Ach, ze laat ‘t kopje hangen.
Hij doet zijn uiterste best.
Met al zijn geoefende vingers.
Om haar te laten dansen.
En levendig te houden.
Zo denkt hij.
Maar zij.
Ach zij.
Zij had wel wat beters te doen.
En nam de benen.
Uit zijn handen.
Zijn speelgoed,
Zijn eigen spel.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Eric Fischl, Puppeteer
67 Responses to De Poppenspeler