Ik zit de afgelopen dagen volledig vast.
In het schilderij van mijn broertje.
Al dagen kijk ik naar zijn foto.
En friemel wat.
Maar hij komt er niet meer uit.
Hoe cynisch.
Man die door mijn vingers glipte.
Op het doek verschijnt hij niet.
Ik laat me door van alles en nog wat afleiden.
Met veel liefde.
En woede.
Hij was 16 toen hij door mijn ouders op straat werd getrapt.
Waar was mijn moeder?
Ik was zeventien.
En speelde voor moeder.
De oppas had gezien, zo had ze verteld.
Hij was naakt, samen met mijn zusje van toen nog maar 12.
Of was het die andere keer?
Paniek bij ons thuis
Toen hij mijn zusje in elkaar sloeg.
Zij was spoorloos.
Mijn vader heeft hem volgens mij toen.
In blinde woede het huis uitgerost.
Toen ik mijn zusje aan het zoeken was.
Haar heb ik wel gevonden.
Maar hem kon ik dus niet meer redden.
Waar was mijn moeder?
Ze was bang voor hem, zei ze vaak.
Ook ik heb met mijn broertje gevochten.
Soms sleurde hij me aan mijn haren de trap af.
Toen we jonger waren.
En ook later, op die moeilijke puberleeftijd.
Vocht ik met hem.
Al was het maar om te zeggen.
Ik ben niet bang voor je.
Als ik een glas water in zijn gezicht gooide.
Dan vielen er uiteraard klappen.
Hele rake trappen.
Zo verdween mijn broertje al jong uit mijn leven.
Mijn ouders hebben nooit meer naar hem omgekeken.
Op een gegeven moment was hij al jaren kwijt.
Toen ben ik hem gaan zoeken.
En heb hem gevonden.
In Amersfoort.
Langzaam kwam er op mijn initiatief weer contact.
Het ging goed met hem.
Nou ja, op zijn manier.
Hij was vrachtwagenchauffeur.
En deed iets illegaals met pitbulls die vochten.
Ook hij op zoek natuurlijk.
Wie de sterkste.
Ik kijk naar een foto dat we aan het gourmetten zijn.
Een aarzelend herstel van het contact.
Mijn opa was erbij.
En mijn broertje had een klein hondje op schoot.
Mijn vader was bang voor honden.
Die kwamen er bij ons thuis niet in.
Maar nu dus wel.
Maar ik vertrok naar Israël.
En mijn contact met hem verwaterde.
En ook mijn ouders, ach mijn ouders.
Die hadden er sowieso niet zo veel trek in.
Kinderen.
Ik kijk naar de donkere schaduwen op zijn gezicht.
Zo fragiel tegelijkertijd,
zijn krachtig karakteristieke kop.
Ze hebben een monster van je gemaakt, denk ik opnieuw.
Dat was je niet.
Waar ben je.
En daar zijn dan weer de tranen.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Pascale, 04-06-05 Dating, papier en aluminiumfolie op karton
Al eens eerder gebruikt in Even delen
42 Responses to Klein broertje, kom eens dichterbij