Over spel

In de ochtend weet ik dat het serieuze dag van praktisch wordt.
Geen geintjes of grapjes.
Mijn hoofd erbij.
Opruimen, ordenen, schoonmaken en aanpakken.
Ik heb gewichtige lading correspondentie weg te werken.
Mijn huis weer een janboel.
En die verdomde douchetoestand in de badkamer loopt niet door.

Godzijdank voor de rioolverstoppingsverzekering verplicht in mijn contract.
Zonder schroom bel ik antikraakbedrijf.
Ook met balkon schiet het niet op, vertel ik haar, zij die over mij gaat.
We hebben het erover.
Ze weet het.

De mannen die er overheen gaan.
Niet in beweging te krijgen, vertelt zij.
Zij die mij verstond toen de stoppen doorsloegen.
En zorgde dat het veilig werd.

We lachen samen om de hufters die ons voorliegen en bedriegen.
Maar ik vertel erbij, dat de situatie best gevaarlijk is.
Steeds meer planken zitten los.
En het kan niet lang meer duren voordat er één naar beneden valt.
Daar kunnen ongelukken van komen.

Onder mijn balkon altijd reuring.
Mensen lopen af en aan, naar de zee en de horizon.
Het kan ze hun leven kosten,
als het niet gerepareerd wordt.
Ik vertel het haar, expliciet.
Ze weet het.

We blijven doorgaan de mannen te verleiden.
Maak de situatie in godsnaam veilig.
Deze laksheid niets minder dan moord.
Hoe treurig.

Later ben ik toch weer blij.
Ik kreeg veel kracht gisteren.
Toen het hopeloos leek.
De leegte.

Er was een mooie man,
Die nog even vertellen kwam,
Dat hij er nog steeds is.

Terwijl ik vandaag uit gewoonte van Dirk naar huis loop,
Met de foerage voor de toestanden,
belt die mooie rooie.

Midden in de regen,
op de parkeerplaats achter,
zet ik mijn spullen neer.
En vraag hem terug te bellen, twee minuten.
Mijn armen bezet zeg ik.
In knullig Engels.
En besef hoe ver ik van zijn moedertaal verwijderd ben.
Terug in mijn eigen land.

Ik hou van jou, zeg ik in mijn eigen taal.
Die hij verstaat.
Maar besef niet.
De hele wereld luistert mee.
Mannen draaien zich plotseling om.
Terwijl ze hun auto’s met drank inladen.

Oh God, dat mag je in Nederland allemaal niet hardop zeggen.
Snel naar huis.

Samen praten we binnen verder.
Heden en de toekomst.
Die hem uitzichtloos lijken.
Waar ik een opening in weet te kletsen.
De waarheid.

In december gaat hij naar Amerika.
Dan kom ik naar hem toe.
Kan mij niet schelen hoe.
Ik zal er zijn.
Dat weet hij.
En maakt ons allebei blij.

Oh mooie man, man van een ander, man van mij.
Ik hou van jou.
Hou van mij.
Jouw lul de mooiste die ik ken.

Hoe cynisch.
In mijn zelfgecreëerde vrijheid,
ben ik dus toch monogaam
in mijn adultery.

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Ed Ruscha

This entry was posted in Geen categorie and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

42 Responses to Over spel

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.