Dat begon op mijn 25ste.
Toen de liefde die nooit zou zijn,
Stierf.
Kapot voordat het bestond.
En ook mijn oma week later.
Verstilde in haar slaap.
Werd mijn toekomst,
Heden en verleden.
Afgesneden.
Joodse wortel.
Waarmee ik was behangen.
Cadeautje.
Onbevlekt ontvangen.
Klein meisje.
Betaalde het prijsje.
Jaar lang misschien.
Is dat gebleven.
Broodmager.
Naar de gallemiezen gehongerd.
Vlees van mijn vlees.
Vermagerd tot het bot.
Zo lag ik elke dag.
Knielend voor gapend gat.
Kotste mijn leven.
Hoop en wanhoop.
In stinkende toiletpot.
Stortte mijn hele wezen.
In Amsterdams riool.
Waar ratten peesden.
Op het werk slechts als schim,
Aanwezig.
Woede verteerde me.
Rationaliseerden ze.
God, wat doe je het goed.
Ja sterkte.
Niemand die het merkte.
Zij van bijna 1.80
Was haar eigen gewicht.
Onmachtig.
53 kilo op mijn slechtst.
Maar ik ging verder.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Edward Hopper
28 Responses to Naar de gallemiezen gehongerd