Gisteren was een zware dag.
Van rauwe zenuwen.
Van pijn en grote woede.
Verdriet en diepe wonden.
Mijn mooie denkende vriendin.
En ik.
We hebben hard gepraat.
Ons hart gesproken.
Geschreeuwd op momenten.
We hebben diepe waarheden geraakt.
En meningen gegeven.
Maar ook elkaar de mogelijkheid.
Er nog eens naar te kijken.
Anders dan alles wat je al weet.
Ik kan de beelden niet aanzien.
De moord op haar Palestijnse vriend.
Iemand heeft haar het filmpje gestuurd.
Ze wil dat ik meekijk.
Maar ik keer me af.
Zij moet het zien.
Zijn laatste momenten.
Haar verloren vriend.
Zo gieren de kogels.
Door mijn huis.
Zijn laatste doodskreet.
Geluid van lang geleden.
Snijdt door mijn ziel.
Ik hoor stemmen die smeken.
Stemmen die bang zijn.
Blaffende bevelen.
En stemmen die vernederen.
Ik hoor grote paniek.
En de kogels knallen.
Ik sta op en loop weg.
Ze huilt, ze gilt naar de computer.
Haar gezicht verwrongen.
Haar hele lichaam schreeuwt pijn.
Ze wil dat ik het filmpje op mijn blog zet.
Maar ik weiger.
Ik heb mijn eigen manier.
Misschien stelt het in haar ogen weinig voor.
Dit is waar ze het mee moet doen.
Dit ben ik.
Ik probeer uit te leggen.
Wat me pijn doet.
De wereld.
En zij die er door wordt opgevreten.
Uiteengereten.
En dat ik de geluiden daarvan.
Of de beelden.
Niet verdragen kan.
Ja, zegt ze, lekker makkelijk.
Tuurlijk is het lelijk.
Maar hij was mijn vriend.
Elke zaterdag ging hij.
Hij had ook de nargila kunnen roken.
Hij ging demonstreren.
Tussen de kogels.
In bruut geweld.
Door het traangas.
Hij wilde gehoord en gezien worden.
Dit de laatste eer die ik hem bewijzen kan.
Laatste momenten van zijn leven.
Dacht je dat het mij geen pijn doet, bijt ze.
Maar zo.
Hiermee.
Eer ik hem.
Dit wil ik hem geven.
Dit ben ik.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Deganit Berest, sign language
21 Responses to Dit ben ik