Eindelijk, gaat door mijn lichaam.
Delen, praten, eten.
Frutselen in de keuken.
Samen koken.
Samen genieten.
Het is heerlijk.
Om 11.00 uur ’s ochtends zitten we.
Samen aan de laptop.
In Zandvoorts beith cafe.
Hebben we zin in wijn.
Bestellen we wijn.
We kletsen.
We zwijgen.
We praten.
We smakken.
Bacchanaal aan smaken.
Herinneringen en gesprekken.
Die al zo lang wachten.
Filosofen, filosofen.
We bespreken logica en ons leven.
En danken de goden.
Ze is tot over haar oren verliefd.
Dit provinciedorpje aan de kust.
En zelfs de kou, het sombere gezicht.
Houden haar delicate lichaam niet tegen.
We lachen en we genieten.
Samen eten.
Zoals we dat vroeger vaak deden.
Hoogtepunten van ons samen zijn.
Samen delen.
Bacchanaal aan smaken, geuren en kleuren.
Zo praten we, giechelen en genieten we.
Zo drijven we elkaar op de klink.
De vlammen van ons hart.
Onze passies.
Waarheden waarvan we vinden.
Dat de ander ze moet weten.
We hebben het over Israël.
En de Palestijnen.
Ik wil geen Palestijn zijn, huilt ze.
Lieberman, ze hebben Lieberman gekozen!
Ze heeft het over de leugens waarmee ze is opgegroeid.
Ze geeft me cijfers en nummers.
Meer dan zestig jaar hebben we ze alles afgenomen, spuugt ze.
Meer dan zestig jaar hebben ze zo moeten leven.
Waarom?
Wat hebben zij er mee te maken?
Met de schuld van de wereld.
En iedereen die het op zich nam.
United Nations.
We praten over de atoombom.
En hoe we ons daarom moeten wapenen.
Omdat wij het waren.
Die hem binnen haalde.
Nu moeten we ons beschermen.
Tegen Iran.
Straks Egypte.
Natuurlijk.
Hoe kan het ook anders .
Als je je zo bewapent.
Dan is er geen ruimte om te groeien.
Dan zuigt het leeg.
Dan bouw je geen bestaan.
En wat hebben de Palestijnen ermee te maken, schreeuwt ze.
Wat de Duitsers deden.
Ze vertelt over haar Duitse vriendin.
Met de verrassende oplossing.
Die vindt dat haar land de schuld moet opnemen.
Oost-Duitsland zit in een vacuüm.
Bouw daar maar een staat voor ons.
Ben je wel eens in Oost-Duitsland geweest, vraag ik.
Er is daar niets.
Het klimaat, de grond.
Niets.
En al die jaren hebben wij het probleem bepaald, raast ze.
En maar praten.
Bibi kan goed praten.
Oh there is a problem.
We will tell you.
How to solve it.
We moeten het nu aan de Palestijnen overlaten.
Hier zijn we.
Hier zijn jullie huizen terug.
We hebben jullie alles afgenomen.
We kunnen nergens heen.
Doe met ons wat je wilt.
Ah nee, zeg ik.
Dan maken we de Palestijnen verantwoordelijk.
Voor meedogen.
En we weten hoe dat gaat met meedogen.
Kijk eens hoe we voor ze gezorgd hebben.
De afgelopen zestig jaar.
Oké, zegt ze, stuur ons dan maar terug.
Terug, smaal ik.
Waar ga jij dan heen.
Terug naar Polen?
Ja, zegt ze net te gemakkelijk.
Zij die zo moeilijk buiten Tel Aviv kan.
Waar ze is geboren.
Meer dan zestig jaar geleden.
En zo smijten we elkaar.
Honderden argumenten om de oren.
En ik blijf dat ene zinnetje herhalen.
Ja maar, what to do.
Het eten is heerlijk.
Het tafelen valt ons zwaar.
Onze verdrietige plek.
Van pijn en grote woede.
Zwijgend staan we aan de afwas.
In mijn piepkleine keukentje.
Gemakkelijk vinden we.
Elk ons eigen plek.
Behoefte om te ordenen.
Onze wereld.
De dingen op zijn plaats.
Niet lang daarna gaan we naar bed.
Dit ons leven.
Eerder op de avond vertelt ze.
Haar grote geluk.
De liefde van haar leven.
Er wordt voor haar gezorgd.
Zacht en teder.
Ze vertelt hoe het is.
Om samen met een vrouw te zijn.
Hoe zacht, in symbiose.
Hoe alles past.
Hoe vrouwen elkaar troosten.
Samen giechelen.
En koken.
In de ochtend laat ze me de klanken van haar hart horen.
Op haar mooie zelfgemaakte pvc-fluit.
En het gebed dat ze componeerde.
Dank voor de terugkeer.
Ze speelt prachtig fluit.
Ze raakt me.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Igael Tumarkin (ook Yigal Tumarkin)
18 Responses to Samen delen