Ik neem plaats aan zijn bureau.
Onder de tafel ijzeren schot.
Scheiding tussen zijn en mijn.
Benenruimte.
Koffie of thee mag hij niet schenken.
Collega’s kregen hete drank retour.
In het gezicht gesmeten.
En er loopt bewaking rond.
Jezus, waar ben ik?
Zoveel sollicitaties per maand, dwingt hij.
Volgende keer bewijzen.
Tot zestig kilometer toleren.
Anderhalf uur reizen.
Waar moet ik dan heen?
Rotterdam, of Den Helder bijvoorbeeld.
Collega vindt dat even later onzin.
Hij schrapt de norm, dertig meer dan genoeg.
Hoever is het naar Hilversum?
De één drilt me over afspraken.
Ik krijg opdrachtenlijstje.
Volgende keer meer.
De ander toont begrip.
Hij vindt het interessant.
Alles wat ik deed of doe.
De rest van de dag ben ik de kluts kwijt.
Ik werk ook nog de normale baan.
Tot het voorbij is.
Aan het einde probeer ik mijn cv.
Op de site van de overheid te prikken.
Maar man, link waar ze het over hebben.
In gebruiksaanwijzing voor debielen.
U typt www.werk.nl in,
U komt dan op de werk.nl website.
Maar cv plaatsen bestaat niet.
Zo is mijn tocht naar Het Slot begonnen.
Morgen verder in mijn doeboek.
Knip en plakwerk.
Voor de succesvolle sollicitant.
Man, oh man, wat een leed allemaal.
Jezzebel,
Tussen water en water
Art: Claes Oldenburg, soft light switch
13 Responses to Jezus, waar ben ik