Moge je mond koekjes eten

foto

We roken een sigaretje in de garage ’s ochtends vroeg. We luisteren naar een cheffin die een weekje met haar 18-jarige zoon bij haar Iraanse ex in Blackpool was.
‘Afschuwelijk! Nóóit meer!’
Ze werd nooit alleen gelaten. Met een vriendin even samen zijn was er niet bij.
De vriendin moest maar naar het huis van de gastvrouw komen. Ook de plek waar haar ex stiekem zijn zoon kwam halen om leuke dingen te doen. Cheffin bleef bij de vrouwen achter. En ze moest maar eten. Ze kon nooit nee zeggen, dat accepteerde de familie niet.

Dit het moment dat het faliekant verkeerd gaat. Ons gesprek gaat nu over cultuur, gewoonten, gebruiken.
‘Ja,’ zegt hij die denkt dat hij de baas is. ‘Dat vind ik zo raar. Als ze bij jou zijn dan weigeren ze met grootste gemak en jij moet dat wel accepteren.’
En hij vindt het onzin om te zeggen dat de Nederlanders niet gastvrij zijn.
Of dat ze gierig zijn. ‘Dat is onze cultuur. Nederlanders willen van te voren weten wie er komt zodat ze genoeg aardappels schillen.’ Ja, logisch, bij zijn Aziatische schoonfamilie, maken ze een pan nasi, dat is makkelijk, dan maakt het niet uit.

‘Nou,’ zeg ik, ‘Nederlanders zijn wel het volk van één koekje uit de trommel en snel het deksel er op. Ze geven de minste fooien. En, als je bij ze op visite bent en er wordt geroepen om zes uur: ‘We gaan eten!’ dan wordt het als gast zaak, heel gauw je boeltje bij elkaar te graaien, zo snel mogelijk verdwijnen. Want wé gaan eten betekent; de familie gaat aan tafel, tot ziens.’

Hij legt het uit. Het heeft te maken met generatie die grote armoede heeft meegemaakt in de jaren dertig en veertig. Die mensen hebben keihard voor hun koekjes moeten werken. Zachte koekjes zijn niet lekker. Belangrijk dat ze vers blijven.
Nederlanders zijn best gastvrij, ze vinden het fijn om te weten wanneer je komt en met hoeveel je bent. Dan kunnen ze daar lekkere dingen voor in huis halen. ‘Die andere culturen kunnen daar wel eens rekening mee houden.’

‘Nou,’ zeg ik, ‘ik blijf het een populistisch praatje vinden.’
‘Kom met bewijzen,’ schreeuwt hij opeens woedend.
‘Bewijzen? Ik hoef helemaal niets te bewijzen. Ik heb je net verteld wat ik zuinig en ongastvrij vind. Jij komt met argumenten waarom het deksel op de trommel gaat en hoe dat zit met die aardappelen. Daarmee heb je mij niet overtuigd dat de Nederlander gul en gastvrij is.’

Hij is werkelijk razend.
Hij laat me niet meer uitspreken.
‘Argumenten,’ schreeuwt hij onderweg naar het toilet als we weer snel naar binnen gaan, ‘die heb je niet.’
De rest van de dag is de sfeer om te snijden.
Oh man, ik moet eens leren mijn mond te houden op de juiste momenten.

Moge je mond koekjes eten

Chag Sameach, vanavond is het Erev Soekoth

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Droste

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

11 Responses to Moge je mond koekjes eten

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.