Vuur in hun ogen

Alle goede voornemens naar God.
Zo drink ik me klem.
En vraag me af, waar gaat het over.
Mag ik in je oksel schuilen.
Vraag ik hem, lang geleden.
Dat ik werkelijk in zijn oksel lag.
Café de Liefde bekijk ik.
Bij gebrek aan beter.
Ik moet lachen om zij met hoofddoek.
Hey schatje, je voetjes worden moe, laat me je meenemen.
Schreeuwt de Islamatra vanuit het open raampje.
Naar hij die verlegen lacht, Nederlandse hanenkam
Zij zit in haar dure suv, man wat is ze geestig.
Vanochtend was het trambestuurster.
Ook al met hoofddoek.
Licht op groen.
Ik wachtte tot ik over kon steken.
Als zij voorbij is.
Net als zij, stoor ik me niet aan stoplichten.
Ze nam de tijd, eerst een slok, had nog geen koffie.
Misschien was het thee wat ze dronk uit
degelijke mok.
Daarna luidde ze haar bel en lachte naar mij.
Ik lachte terug,
Eigenwijze dames.
Moslima’s van Nederland.
Wat zijn ze ondeugend.
Blij dat al die correcte truttigheid.
Opgeluisterd wordt met wat kleur.
Dames met hoofddoek
begrijp ik beter dan sanoma-chicks.
Vuur in hun ogen.

Bijna thuis,
Jezzebel,

Art: Robekkah