Zij van het souterrain is een beetje gek geworden.
Soms gaat ze in haar pyjama naar de gracht.
Hoe later hoe beter, ze schuwt het licht.
Na elfen als ze dwaalt op haar plek tegen de boom.
Koude grond, jonge meerkoeten bijna volwassen.
Ze slapen, elke nacht rijpt het wit rond hun snavel.
Vandaag was er een zielige vrouwtjeseend.
Haar kop kaalgeplukt.
Misschien was ze wreed toen ze haar best deed.
Ze heeft haar extra gevoed, de anderen afgeleid
En al haar liefde toegestopt.
Proces vertraagd, ziekengeur, van meters te herkennen.
Ze weten het allemaal.
De reigers en de meeuwen.
Die ene halfslachtige woerd, hij loert op haar.
Ze ziet het wel, steeds opnieuw zet hij de aanval in.
Als zij afstand houdt.
Drie eenden in de zon, de vierde net een stapje opzij.
Zij heeft haar eigen plek gekozen.
Misschien gaf ze haar net dat beetje kracht.
Dat wat ze nodig heeft om te herstellen.
Misschien dat ze nog een beetje langer leven mag.
Ze weet het, voeren van eenden niet liefdadig.
Maar het maakt haar blij, al is het misdadig.
Eenden worden lui en gemakkelijker gedekt.
Jongen die ze niet kunnen gebruiken.
Ze belooft het.
Ze zal voeden totdat elk jong vleugels heeft.
Bijna thuis,
Jezzebel
Own Picture, jaar geleden
9 Responses to Totdat elk jong vleugels heeft