Zaterdagochtend, in alle vroegte sta ik op, schilder ik af.
Daarna ben ik stil, ik wil niet lunchen, niet praten, niet kletsen.
Geen input meer, dit jaar, mijn eigen gedachten.
Ik wacht op de batterijen die laden.
Foto’s van de lijnen van mijn leven.
Ik heb het weggezet.
Wel naar mijn art teacher gestuurd.
Morgen zal ik het vast wel horen, dat wat zij ook haat.
Man oh man en zo blijft er weinig over, van dromen en alles dat je groot houdt.
Toen ben ik in wit katoen gebleven en een warm wollen vest.
Er gaan honderd beschuldigende gedachten door mijn hoofd.
Ik moet dit, ik moet dat, zus en zo, er komt niets uit mijn handen.
Wat een treurigheid.
En toch wil ik het zo. Alle ellende bij elkaar. De gedachten van mijn leven.
Daarna ben ik in bad gegaan, ik heb er geen geduld voor.
Ook niet met die heerlijke persikspons, geurende olie, kaarsen, glas wijn en een joint.
Dit is de tweede keer dat ik mijn whirlpool-toestand uitprobeer.
Binnen tien minuten sta ik onder de douche dat bevalt me veel beter.
Zaterdagnacht dat ik het weet.
Ik ben iets kwijt, ik heb iets achtergelaten, er is iets mis.
En dat is zo gewoon als sinaasappelbloesem in december.
Toen heb ik mijn haar geborsteld.
De haren die mijn moeder veel te lang noemt.
Ze gaf me een pracht kerstcadeau: ‘Ga naar de kapper, je ziet er niet uit.’
En hoe kan ik het uitleggen, al die goede bedoelingen die aan mijn lichaam trekken.
Soms ben ik spoorloos verdwenen, zoals de geur van nat zand.
In stilte tikt de tijd verder.
Thuis,
Jezzebel
Foto; Own art
Video Art: Sigalit Landau, Eye Drum
15 Responses to Spoorloos