Prooi

foto

Schoon gedoucht, eindelijk thuis, ben ik aan het schilderen geslagen.
Ik heb de kaarsen aangestoken, op z’n Hollands, stompjes van de vorige keer.
Lekker zuinig. Maar dat kan me niet schelen, als deze op zijn dan zet ik er nieuwe in. Lekker lang, al dat licht dat me blij maakt, dat ik zo ongelooflijk mis.
Ik heb de tubes en de pure pigmenten uit de schuur gehaald, toekomstig atelier. Zij bestaat nog niet, voorlopig schilder ik in de huiskamer. Ik heb er een hoek voor ingericht. Tot gruwel van mijn moeder, geloof ik, ze zei er niets van, maar ik zag haar kijken. Goedkoop plasticje op de grond en over de onaangesloten televisie, de DVD-speler en de videorecorder, ik gebruik ze niet. Afgedekt. Voor later. Ik heb er geen geld voor.
Oh man, wat maakt dat me toch blij. Als ik de kwasten te voorschijn haal. Meer dan alles, ik doe het veel te weinig.

De terugreis a way from hell. Mijn trein reed niet, nog langer wachten, ik zat vast, daar op dat luizige peronnetje ergens onderweg.
Na mijn gewone werk had ik ook nog een interview. Eigenlijk was het voor iemand anders die werkelijk een fan is. Ik kijk geen televisie, dat weten ze, of misschien niet zo duidelijk. Hij had een bruiloft, zijn zusje ging trouwen en dat was hem net te dierbaar, of ik het wilde doen. Het was allemaal wat slordig en ook niet zo leuk voor mijn nieuwe baas, maar ik wist het zo te ritselen dat het uiteindelijk allemaal lukte, alles.
Geen televisie is werkelijk niet zo handig voor iemand in mijn beroep. Maar weet je, het is echt voor later. Ik doe mijn best, maar op dit moment nog steeds armoe troef. Steeds roder, de feiten en cijfers voor mijn ogen. Ik probeer er niet ongerust over te worden. Later, straks, nog even, dan is het beter, alles.
Ik ben een brug aan het slaan tot straks, met blote handen bik ik steen voor steen van vroeger verder, voor later. Kleine beetjes, op rauwe knieën.

Hevig bloedend naar huis. Mijn aller, aller, aller beste vriendin schrikt er van. Ook bij haar niet misselijk, maar dit niet gezond. Ze babbelt over de dokter en ik wil het niet horen. Ik wil douchen, ik wil deze dag van me afdruipen.
Ik heb gescoopt, met mijn brutale mondje, ze kon het niet helpen, zij, de doorgewinterde Amerikaanse actrice, ze kon geen kant op. Ik had haar bij haar ballen. Misschien kwam het door de vluchtelingenkampen waar ze over begon, misschien komen we elkaar daar nog eens tegen, en misschien komt het door al dat bloeden, toen ze me vertelde, eigenlijk ontkende, maar duidelijk gaf, de woorden van haar hart, dat ze had vergeven, hij die er bij was, gewoon een vriend, nou ja, ze had hem met vluchtelingenwerk ontmoet.

Maar nu ben ik moe. Het is weekend, ook voor mij.
Jointje, biertje en schone kleding. Het kan weer, dat warrige hoofd kan weer veilig wazig zijn, het geeft niet. Geen baas, geen eisen, geen verplichtingen, tijd van mij. Begin volgende week inleveren.
Morgen ga ik beginnen, deze avond, en deze nacht van mij. Ik ben weer van mezelf.
Alleen jij, jij bent mijn verboden dagen binnen gedrongen.
Dit zijn de dagen, ze tellen.
Ach man, ik weet het allemaal niet, ik ben prooi. Van mijn hormonen. Op deze vrijdag de dertiende.
 
Shabat Shalom,
Amsterdam,

Jezzebel

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

11 Responses to Prooi

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.