Vertel eens, hoe is het voor jou? Voor mij de eerste dag, en nacht, van deze week dat ik niet hoef te werken, of wel werken, hard werken, maar geen dubbele baan, van ‘s ochtends half zes tot één uur ‘s nachts, flink je hersens gebruiken, al je aandacht en heel je hart.
En het blog, ook dat doe ik zo goed als ik kan, omdat ik het leuk vind. En met datzelfde temperament verdedig ik ook mijn huis, hand en tand, op alle fronten tegelijk.
Dat gaat me vandaag niet in de koude doordweekte kleren zitten.
Ik ben moe, werkelijk moe.
Even in het kort, maandag een nieuwe baan, en er stonden deze week ook nog twee belangrijke interviews uit, dat wist alles en iedereen, maar ik moest het ook nog even doen, al die toestanden, al die aandacht en al die passie, met al mijn liefde, zo goed als het gaat.
Want weet je, er is volgende maand niemand die mijn tranen droogt, als ik het niet red, als ik ergens mijn aandacht laat glippen omdat een ander er harder om schreeuwt.
Nieuwe baan, op die eerste dag van de week, meteen op locatie, interviewtje knallen, kansjes op gouden vingertoppen, misschien wel honderd, alles en iedereen aan wie ik denk.
Dinsdag, dag van het verhaal, dat van hem. Dag dat hij naakt is, in heel zijn prachtig gecalviniseerde lijf. En hij doet me denken aan iemand anders, en nog een ander trouwens. Mannen die zichzelf in een keurslijf jagen, omdat ze de liefde niet verdragen. Mannen die bang zijn voor de vlammen van hun hart, en ook vrouwen trouwens, soms is het klappertanden en bibberen
Verder ook nog even verhaal van de band op papier planten. Hele verhaal, alles en elk woord, die van hem te mooi om er slordig mee om te springen, heel mijn hart er in. Brandjes blussen, vuurtje doven, lekker bang zijn, ga maar ergens anders spelen, if you can’t stand the heat of the kitchen, kloppend hart van het huis.
Zwervers omringen me.
Woensdag, metro plat, vuur er in geslagen, en die godvergeten tunnel onderwater gelopen, de wereld drijfnat aan mijn voeten, zoals ik het toen zei, al eerder die dag. In een hurry taxi gedeeld met nog twee anderen, zij die naar Parijs moest en hij die naar Den Haag ging om recht te spreken, ik zweer het je, zoiets verzin je niet.
Op Centraal dreigen ze ook de treinen er uit te gooien. Van Naarden-Bussum tot aan Hilversum Noord is het morsdood, en ik heb maar een half dagje, ik kan het niet maken om dan ook nog eens te laat te komen, die ochtend.
Ik regel een alternatief, tot het moment dat die treinen dan toch weer doen waarvoor ze gemaakt zijn en ook ik verder ga. Precies op tijd, nog even met al mijn aandacht, die nieuwe baan. Gewoon doorzetten. En ik moet er om lachen, wat een toestanden!
Veel te snel al weer rennen, terug naar de stad, daar nog een interview. Zij die niet langer in haar lichaam wenst te wonen vroeg er om.
Ik had er geen zin in moet ik je eerlijk zeggen. Ik werd gek van die PR-dame die maar bleef drammen over de fabrikant en zijn pillen.
En ik begon te dreigen, als dit commerciële bullshit is, dan doe ik niet mee, ik schrijf de verhalen van mijn hart en daar doe jij het maar mee. En als het je niet bevalt dan ga je maar een dealtje met een ander sluiten.
Maar toen zij om wie het ging kwam, toen smolt ik. Zo open, zo eerlijk. Ze is er nog lang niet, ze weet het, ze gaf het me, toen we het er open en vrij over hadden. Daar ga ik zeker wel een mooi verhaal van maken. Maar niet zoals Mevrouw Promotie denkt, en niet diezelfde avond, het is voor later. Eerst nog even het andere verhaal schrijven, van dat interview.
Hij die het mij gaf omdat hij het niet langer kwijt kan, zijn prachtige verhaal, toen zij stierf. Hij die voor de liefde koos, vlak er na.
Tot diep in de nacht ga ik door, het is de eerste dag deze week dat ik het niet red om er ook nog een blog op te zetten, net even te veel, deadline volgende ochtend acht uur.
Ik sta om half zes op, nog even kijken naar dat verhaal dat ik gisteren met heel mijn hart afrondde, maar op het laatst niet meer scherp zag. Dat was voor deze ochtend, toen ik er nog eens goed naar keek, scheerde en fileerde en het de wereld in zond.
Pas aan het einde van deze dag hoor ik dat het goed is aangekomen. Want niet veel later moet ik zorgen op tijd bij afslag RAI aan te komen, we hebben nog een locatie te onderzoeken, in Hoenderloo of all places. Bij de RAI zou ze me oppikken, precies om negen uur, die strenge jongens, zeg maar rustig zwaargewichten, zij die van tuchtigen en tweede kansjes houden, die hadden ons niet meer dan uur gegeven.
Maar de metro valt alweer stil.
Ik ben razend, wat is dit voor een krankzinnig land? Is het voor het eerst of zo, dat het regent?
Eén metro rijdt uiteindelijk toch, we gaan er allemaal in, als ratten in de val.
En weet je, voor iemand die net uit Israël komt, is dat best een opgave. Dit waren de plekken die ik meed. Als het zo druk was, stapte ik uit. Ik ben geen held. Rot maar op, dood gaan kan altijd nog. Maar vandaag was ik dus Nederlander en bleef zo goed mogelijk staan. Op eindeloos lange benen, vrat ik me er als een paling doorheen, al die op elkaar geprakte lichamen, naast mij stond een man bij wie het zweet uitbrak.
Ik zag het, de paniek in zijn ogen. En ik wist dat als hij zou trippen, dat we geen kant op konden, wij met ons allen. En toen ook die godvergeten wagon ergens midden in dit donkere landschap bleef hangen en zich niet verroerde, de ventilatoren uitvielen, toen probeerde ik een zakdoekje uit mijn tas te wurmen. Dat heb ik hem gegeven, toen ging het beter. Betovering verbroken, als je zweet dan moet je het drogen.
Terug op de redactie probeer ik nog wat te regelen, maar af en toe kan ik mijn vermoeidheid niet meer verbijten, ik ga wel drie keer naar de kantine op zoek naar iets zoets, en ik houd niet van chocolade. Plakjes cake of koek, net te gortig.
Ik wil een zak drop of zo, waarom is er geen gewone automaat? Maar dat doen ze daar niet, het gaat anders, veel vriendelijker, mensen die de dingen en de zaken met hun hart doen, ik ben zo ongelooflijk blij daar terecht te zijn gekomen. Het is leuk om daar te lachen en te giechelen, mensen die hun best doen, voor die ander en elkaar, zoals voor zichzelf.
Daar houd ik van.
Maar nu is het op, aan het einde van alweer een krankzinnig lange dag, voor mij nog steeds, einde van de week. In het land van mijn hart is het op donderdag voorbij, en ik moet nog even verder. Eigenlijk zou ik dat andere interview van tape op papier moeten zetten en een blog schrijven, of zo.
Ik heb er de kracht niet meer voor.
En jij, hoe was jouw dag?
Amsterdam,
Jezzebel
Foto’s: Eigen werk.
15 Responses to Juli Dans