Onder mijn huid

foto

Ik ben nog even naar buiten gegaan, het licht van de ondergaande zon zo magisch, de kleuren gewichtig, diep en voluptueus. Grappig dat ik het nu pas zie, dat goddelijke licht waar ze het in het buitenland altijd over hebben, dat licht van de Nederlandse School, de mannen die het werkelijk wisten, zij die de kleuren zagen, ze behoren tot de grootste van de wereld.
Het is stil op het plein. De zwervers al naar huis en ook geen Antilianen op de bankjes naast de zandbak, gelukkig komen de buren niet met lastige vragen – "Jij staat vast niet de hele dag uit dat raam te staren?" – en ik hoef niemand te groeten. In de stilte van een zondagse stad, zo tegen de avond baadt de dokwerker in het meest zware en het puurste goud, aan het einde van deze dag als ik net als de meerkoeten het laatste licht nog even probeer te vangen, met zachte vingertoppen.

Ik ga weer op de kade zitten, ik heb het de afgelopen dagen echt niet veel gedaan, ik gunde het mezelf niet. Binnen werd mijn vesting, buiten guur en koud en ik probeerde te ademen achter de computer en de telefoon, deze treurige zomer. Nog even proberen, nog even doorzetten, nog niet dromen, niet zwerven, niet vluchten, nog even door. Soms was het vreselijk zwaar, de afgelopen maanden, dat vertel ik haar deze ochtend. Er waren momenten bij dat ik werkelijk dacht, dit red ik niet.

Ik heb een sprookjesachtig nieuw huis, wat ben ik blij dat ik het aandurfde, met een beetje ballen zal ik het redden in dit souterrain van pompen of verzuipen, op deze historische plek in de stad waar ik dertien jaar geleden vertrok, nu ben ik terug. Soms loodzwaar de last.
Ik vertel het haar eerlijk, de afgelopen maand is het me niet gelukt, dat ik het redde, dit het moment, ik ga het rood in, best angstig, misschien begin van het einde, van het bestaan zoals het me leuk leek, nu al.
Maar best spannend ook, deze plek die op mijn schouders weegt, plaats van de uitdaging, plek die ik uitkoos om het anders te doen, alles.

Vandaag luister ik naar de stem van binnen, ik ben er niet zo veel, ik dwaal een beetje, door mijn huis en mijn leven en ik ben een nieuw art work begonnen. Opnieuw zit ik vast in de eindeloze lijntjes die ik trek, ze zijn er weer. In mijn hoofd weet ik precies hoe het moet worden, veel vrijer. En al die lijntjes werken me flink op de heupen af en toe, ik begrijp Rembrandt, dit had ik ook wel aan een leerling willen uitbesteden.
En dan moet ik lachen om mezelf, wie denk ik eigenlijk dat ik ben? Prinsesje Heerlijk wenst haar werk uit te besteden.

Deze maand zal een zware worden, quite a load, alles dat er op mijn rug is gestapeld, toen ik aan de boom van plenty schudde en het kansjes regende.
Morgen mijn nieuwe baan, best pittig, niet alleen terug bij televisie, maar ook een carrière verbetering.
Niet langer de regelneef voor hij of zij die een gezicht heeft. Ik had geen zin in dat beroep, zij die de verbindingen en connecties legt en de postzegel op de rekening plakt.
Dat was in het land van mijn hart wel leuk, op zo’n buitenpost waar je het met z’n tweetjes moet redden. Daar is de producer ook zij die zich met het inhoudelijke bemoeit, en de vragen stelt en de interviews afneemt, en de research doet en nadenkt over honderd nieuwe verhalen, zij die bijna altijd een vrouw is, omdat ze zo goed in multi-tasking is, want al die huishoudelijke zaken als welke crew staat waar, wie zorgt er voor de broodjes, doet zij er dan ook nog even bij.
Maar in Hilversum, waar alles net wat beter geütiliseerd is, is die plek niet zo interessant, vind ik. Daar staat een hele redactie te trappelen met ideeën, daar is producer niet het vak dat ik leuk vind.
 
Dit is het moment, iemand heeft me een kansje gegund, iemand die geloofde in het potentieel, dat ga ik morgen waarmaken en ik heb er werkelijk zin in, nieuwe toekomst, nieuw beginnetje, als ik dan ook nog even die twee interviews die voor volgende week gepland staan met heel mijn hart en al mijn kracht kan doen, vragen, uitwerken, verwerken en schrijven, dan zal het aan het einde van deze maand eindelijk gemakkelijker worden, dan zal ik het redden, de eerste keer.

Ik heb mijn art teacher gebeld, voor het eerst in deze lange tijd. De moeder van alle kijkende vrouwen, zij die het me leerde, de dingen en de zaken, alles dat je met je hart en ziel doet, van binnen uit. Al deze maanden heb ik haar niet gesproken, ik kon niet, durfde niet, wilde niet, ik weet werkelijk niet waarom het er niet van is gekomen.

Maar vandaag begrijp ik het beter, ik heb haar maar heel even gesproken en we hebben het snel tegen elkaar gezegd, zij vertelde het mij, ze is weer aan het werk, haar atelier in Jaffo, naast de vlooienmarkt waar ze naar hartenlust haar ziel en zaligheid kan verliezen als ze oneindig doorgaat met het bevoorraden van het al lang uitgevlogen nest, dat troost.
Ik belde niet omdat het me te veel pijn deed, ik mis haar te diep, de vrouw die me leerde moedig te zijn en niet alleen maar lief.
Ze is weer aan het werk, en ik vertel haar dat ook ik elke dag ben doorgegaan, stomme tekeningetjes, soms werkelijk prut en al die tijd stond ik te trappelen en te springen om een echt werk te produceren. Maar er was geen tijd en geen ruimte, werkelijk geen enkele mogelijkheid om mezelf die troost te gunnen, echt schilderen.

En toch, de afgelopen week heb ik toch een heus werkstuk afgerond, en nu ben ik al aan het tweede begonnen, ik weet wat ik wil vertellen, ik ga het tot op de bodem zoeken. Zoals zij het me zei, toen ze de eerste zag van de serie, toen ik al mijn moed bij elkaar raapte en het haar liet zien, onbevangen en eerlijk, vlak voordat ik wegging.
Toen gaf ze me de woorden waar ik elke dag aan denk:
"En nu moet je het verder dragen."

Amsterdam,
Jezzebel

Foto: Mij onbekend, maar net als sommige andere, wel al eens eerder gebruikt.

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

19 Responses to Onder mijn huid

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.