Ik heb me aan je uitgeleverd.
Mijn meest geheime zelf.
Dat wat je niet raken kunt.
Diep van binnen.
Toen je de teugels vierde.
En mijn gedachten te pletter vlogen.
En je aandacht verslapte.
Toen je moe werd van mij.
Kom niet aan mijn intuïtie,
hoe vaker ik mis, zij is feilloos.
Want weet je,
al die op een gouden schaaltje gestapelde liefde
dat is mijn liefde, al de liefde van mij.
En je hoeft er niet van te houden,
het is werkelijk van mij,
maar vertel me waar ik sta.
Zodat ik kan buigen met waardigheid.
Met al mijn trots zodat ik weet dat ik besta.
Je hebt me weggeduwd.
Ik zag het toch.
Je had niet zo veel zin,
vandaag, in mij.
Ja, tuurlijk, moe en energieloos,
maar ik zag je wel spelen, met die ander.
En je noemde me jaloers.
Daar zou je zo maar gelijk in kunnen hebben.
Want weet je,
zonder jouw aandacht,
zonder de streling van je vingers
en alles dat je met me deelt,
besta ik niet.
Dus dit is wat ik ben.
Het wordt me steeds duidelijker.
Zij, die van de liefde houdt.
Man van een ander.
Hij die van spelen houdt.
En aandacht, heel veel aandacht,
alles voor hem, zoals voor mezelf.
En weet je, ik zie het haarscherp,
je hebt gelijk.
Ik ben jaloers.
Amsterdam,
Jezzebel
30 Responses to Zachte dwang