(m)other

foto

Vandaag is ze jarig, mijn mooie denkende vriendin. Ik weet niet hoe oud ze is geworden, misschien al 61. Vanochtend heel vroeg belde ik haar, maar we hebben elkaar niet gesproken, haastig zat haar dag prop vol. Ze begon te schreeuwen, ze was zo blij, helaas geen tijd, dat ik me herinnerde, die dag van haar, ze zou me terugbellen.
Ik heb haar niet gesproken, ik mis haar. Zij is de belangrijkste vrouw in mijn leven. En ik ken haar nog niet eens zo lang. Een jaar of drie? Op een dag van de laatste drie, van wat uiteindelijk dertien jaar zullen zijn, kwam ik haar tegen, toen ik het eens anders wilde.

Heel verhaal over een man zoals zijn naam, van dat eenzame roofdier, huilend in de nacht. Hij was een autoriteit in het land van mijn hart. Man van de nieuwe liefde zoals hij het noemde. Ik had hem op televisie gezien en uit de krant geplukt, een beetje gezocht en gevonden. En hij raakte onder de indruk van mijn stem. Ik belde gewoon, het leek me leuk, misschien kon ik er een verhaal over schrijven. Hij wilde ontmoeten en mij leren, hoe dat werkte, al die nieuwe liefde, zo oud als de weg naar Rome. En aanvankelijk leek het me wel interessant, maar hij was net wat te opdringerig en bbq orgies met wilde stukken vlees, alles van iedereen, leek mij niets.
De ene na de andere uitnodiging sloeg ik af. Zo belangrijk was dat artikel ook weer niet.

Totdat hij kwam met iets nieuws. Gewaagd experiment ergens in een commune op een onbeheerst stukje strand in het noorden, daar waren ze bezig met Oosterse wijsheid, van het rigoureuze soort. Niet praten, niet roken, niet kussen, niet vozen. Mannen en vrouwen strikt gescheiden. Zeer intensief. Commando’s uit het leger vinden zo soms hun vrede als ze zich wreed door negen dagen eenzame meditatie weten te slepen. Maar er zijn er ook bij die al die heldere zelfbeschouwingen niet kunnen verdragen. Zij plegen zelfmoord. Het leek me randje, dat van die liefde in dat land van haat, ik geloof dat ik het daar bedacht.

Maar hij had een ander idee. Hij bracht me onder in de verbouwde trailer van een vriendin in de commune, ook hij zou daar verblijven, voor een paar dagen introductie, een boeddhistische monnik, gestrandde Israëliër zoals hij later vertelde, werd ingevlogen. Alles volgens de letter. Dat leek me veilig. Maar hij had gedacht, trio, ik was toch van het weten?
En dat kwam er niet van. Daar had ik geen zin in. Ik kwam voor iets anders, dat veel Calvinistischer, dat beviel me wel.

Daar kwam ik haar tegen met haar lange blonde haren en haar verkreukelde gezicht. Ze is schrijfster, ze heeft een belangrijke literatuurprijs gewonnen en ze was ooit criticus in Ha’aretz. Zij die vast zat, in de commune, in die trailer, in haar lege leven en in het schrijven. Ze is kettingrookster. En samen rookten we stiekem sigaretjes, even kletsen, even giechelen, alles dat verboden was, als we het hadden over het leven, dat van ons en die ander, zoals dat boek van haar (m)other.

Ze vertelde me de mooiste verhalen, en gaf me de mooiste woorden Hebreeuws, die van die gedachten die dwalen als de kinderen van bedoeïnen.
Daar bij haar is het begonnen, dat trekken van die lijntjes en alles dat er mee te maken heeft, jaren later.
Mijn mooie denkende vriendin, gaf me een opening, in het land van mijn hart. Van haar kreeg ik de kracht om te dromen en het lef om het waar te maken.
Zij is als een vlinder, dat blad in de wind, kind van de elementen, mother of the universe, vandaag is ze jarig en ik ben er niet bij.

Amsterdam,

Jezzebel

Art: Line drawings June 2007, 4

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

25 Responses to (m)other

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.