De plek

foto

Nerveus naar elkaar lachend staan we met z’n viertjes onzeker voor een gebouwtje ergens diep in het armoedige zuiden van Tel Aviv. Mijn Grote Liefde, mijn moeder en mijn aller beste vriendin. Hier staan we dan, met z’n viertjes. Ik kijk naar de afgebladderde verf op de deurpost en naar de roest op de ijzeren leuning langs het trapje omhoog.
Als het maar wel schoon is, denk ik voor de zoveelste keer. Ik heb dit adres van mijn buurmeisje gekregen. Maar ook zij is hier nooit meer geweest, na die ene keer.

Het lijkt uitgestorven. Alleen in de synagoge er naast brandt een lichtje, zie ik door het glas-in-lood raampje hoog boven de gesloten deur. Hier staan we dan. Dit moment… Als ik er onderuit had gekund, dan had ik hier nu nooit naar dit lelijke pand gekeken. Hier had ik eigenlijk niet zoveel zin in.
Mijn haar is nog nat van de lange, lange minuten die ik thuis al onder de douche heb gestaan. En alweer dwalen mijn ogen naar de grauwe muren van het gebouw waar het pleisterwerk op sommige plekken helemaal verdwenen is. Eens moet het glanzend wit geweest zijn. Hoe oud zou het zijn? Wanneer was dit de trots van de buurt? De plek waar jonge vrouwen de hele dag met opgewonden schitterende ogen, zenuwachtig met elkaar kwebbelend naar binnen liepen om als een koningin weer naar buiten te komen. De koningin van hun huis.

Vertwijfeld vraag ik me af of ik het adres wel goed heb opgeschreven. Of de mevrouw aan de telefoon me wel goed begrepen heeft. Mijn Hebreeuws is niet zo goed en je moet er echt je best voor doen, om mij te begrijpen. En het is ook een ongebruikelijke dag. Zo aan het einde van deze Joodse herdenkdag.
Als ik me maar niet vergist heb. Als ik maar wel de tijd goed heb opgeschreven.
We gaan op het trappetje zitten in de laatste zonnestralen van die dag. We zeggen niet veel meer tegen elkaar en wachten af.

Ik ben alvast oplossingen aan het bedenken voor het geval de mevrouw niet komt. Die kans zit er altijd in. In Israël moet je altijd een tweede optie achter de hand hebben. Er kan zomaar iets tussenkomen. Afspraken zijn hier alles behalve heilig.
Opeens breekt het klamme zweet me uit en de paniek doet mijn maag draaien. Als zij niet komt, gaat het vanavond niet meer lukken. Dat weet ik nu al. Want ik kan niemand bereiken op het einde van deze zware gedenkdag.
Morgenochtend heel vroeg zou ik misschien krap een uurtje armslag hebben. Maar hoe regel ik dat dan weer.
Laat ze me in godsnaam wel begrepen hebben. Laat haar gewoon een beetje laat zijn, omdat de kinderen thuis jengelen. Weken heb ik tegen dit moment aangehikt. Mijn vriendinnen hebben me voor van alles gewaarschuwd. Let er vooral op dat het schoon is, kreeg ik steeds opnieuw op het hart gedrukt. Afschuwelijke, vernederende verhalen heb ik gehoord. Ik wil dit niet. Maar ik kan er niet onderuit. Dit moet. Waar blijft ze!

Ik probeer me te concentreren op het mooie van dit moment. Hier ben ik met mijn aller beste vriendin, niet Joods. Met mijn moeder, wel Joods, en zij heeft ook geen idee wat me te wachten staat. Mijn oma heeft het haar niet doorgegeven, liever wilde ze niet praten, behalve als ze zich versprak, als ze het had over peren met kugel, ik ga je er over vertellen. Al die schatten die zij me gaf in haar drift uit te wissen en te vergeten.

Hier sta ik met de liefde van mijn leven, de man met wie ik morgenmiddag trouw. Ook hij heeft geen enkel benul van wat er gaat gebeuren. Zo is hij niet opgevoed. Hier lachen ze een beetje besmuikt om, bij hem thuis. Barbaars, noemen ze het. Maar bij hem thuis, in Californië wordt er dan ook getrouwd in de “tempel”. En hier, in dit land, zijn de enige twee tempels ooit, zo’n tweeduizend jaar geleden verwoest.
Dat zal trouwens wel de reden zijn waarom de mevrouw zo laat is. Want uitgerekend vandaag, de dag dat die totale vernietiging herdacht wordt, door de hele dag te vasten, is het alles behalve gebruikelijk om hier te zijn.
Toen ik belde voor een afspraak zei ze eerst dat het onmogelijk was, vandaag. Maar ik heb haar uitgelegd dat dit niet mijn idee is. Dit hebben die fijne rabbijnen van haar bedacht. Sterker nog, door hen zal er morgen helemaal geen bruiloft zijn als ik dit niet vanavond voor elkaar krijg.

Dit is al de tweede keer dat mijn huwelijk wankelt nog voordat het goed en wel begonnen is. Want als zij niet komt, oi va voi… als zij niet komt.

Amsterdam,
Jezzebel

Art: Arie Aroch, Agripas Street

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

16 Responses to De plek

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.