Kom nog even kletsen, even babbelen, ik heb je nog wat te vertellen, tussen neus en lippen, laten we het er eens over hebben, hoe dat zit met kinderen die spelen, die vrij zijn en blij zijn en hoe dat gaat, als je kunt lachen omdat je je geen zorgen maakt, omdat de wereld zijn eigen gangetje gaat, zoals zij draait en je diep in kunt ademen, vrij uit.
Yet the knowledge of peace
makes its way from one place to another
like children’s games
which are so much alike everywhere you go.
Yehuda Amichai
From Songs of Zion the Beautiful
Uit het boek The selected poetry of YEHUDA AMICHAI
Blz 109, vers 15, tweede strofe, daar staat het.
De afgelopen dagen heb ik met je gesproken hoe dat werkt voor vrouwen als zij het dichtst bij God zijn, onaanraakbaar, zoals ze zeggen. We hebben gesproken over de verboden, en alles wat er gebeurt als je niet luistert en het eens op je eigen manier gaat bekijken.
Ik heb dat zo precies mogelijk gedaan, zo goed als ik kon, ik vond het belangrijk, misschien heb je er iets aan.
Maar nu wil ik weer terug naar het goddelijke, dat vrije, dat waar het er niet toedoet en alles belangrijk is, omdat je weet, er zal een tijd en een plaats zijn voor alle dingen onder de zon, daar kun je blij van woorden.
Weet je, ze zeggen, dat dat kuiltje, dat prachtige gootje, boven je lippen onder je neus, dat gevoelige plekje waar ik als ik lef heb in schilderswinkels stiekem een kwast op uitprobeer, dat het goddelijk is. Ik schaam me dood, maar het is voor mij de enige manier om te weten of ik met die kwast kan werken, zoals dat gaat. Ze zeggen dat dat kuiltje de vingerafdruk van God is, daar wil ik je over vertellen.
Toen God de wereld schiep toen maakte hij de mens van de puurste klei, met voorzichtige vingers bij elkaar gevormd, met al zijn liefde en heel zijn hart, aan de meest maagdelijke oever, het begin van de wereld, daar begon God te spelen, met zijn gedachten en zijn fantasie, toen schiep hij de mens. In al zijn perfectie, al dat werkelijk goddelijke, daar lag het, het prachtigste wat de wereld ooit gebaard heeft, mens zoals hij bedoeld was, levenloos, zonder ziel.
Totdat God zijn vingerafdruk achterliet, en zachtjes drukte op dat geultje tussen neus en lippen, daar kreeg de mens zijn wil, die van God en die van zichzelf, daar werd zijn ziel door naar binnen geblazen, in zijn neus, zijn hele lichaam in, voor altijd in bezit genomen, giechelen, niezen, diep ademhalen en zachtjes uitblazen, zij horen bij elkaar, daar word je blij van. Je moet eens kijken wat er allemaal tussen neus en lippen gebeurt, in het bed van een buikdanseres. Dat is werkelijk leuk.
Ik ga het je vertellen, in een ademtocht die nog wel even duurt.
Amsterdam,
Jezzebel
Own art, sheets and wires
16 Responses to Tussen neus en lippen