Dwaas in de nacht
Als ik naar huis loop zie ik kuikentjes in de gracht, van die pluizige bolletjes, oh man, zo lief, zo mierzoet, soms moet je huilen.
Maar dat is onzin, ik kwam niet langs het water en toch gaat dat beeld door mijn hoofd, was het gisteren, eergisteren?
Ik ben de dagen kwijt, mijn ritme te pletter gekletterd op de kinderhoofdjes. Waar gaat het over?
Ik voel me een dwaas, in de nacht. Al die flarden die een dansje zijn begonnen, waar ben ik, hoe ga ik, wat doe ik… Geen moment van reflectie, geen tijd. Door, verder, nu niet piepen, nog zoveel te doen, zet dat leven op de rit, nu niet afhaken, niet duikelen, door met fladderen en kwetteren.
Oi va voi, hoeveel maanden is dit al bezig? En ik heb zo weinig geduld. Maar het gaat ook zo godvergeten langzaam veel te snel. Waar ben ik, hoe ga ik, wat doe ik… Ik heb geen idee.
Er zijn nog steeds momenten diep in mijn buik, dat ik in andere talen spreek, soms in het Engels, vanavond in een druk restaurant in het Ivriet, toen ik de aandacht van de ober wilde. Een situatie die me zo bekend is, daar zo dichtbij, zo ver, diep in mij, maar daar was ik niet. Ik ben hier, ik moet nog wennen, kleine beetjes tegelijk.
Jezzebel,
Amsterdam
10 Responses to Ach kuikentje