Buiten zit ik laat in de avond op een comfortabele tuinstoel zonder kussen, zoals Devorah voor haar tent, toen ze het lot van Israël bepaalde en vertelde over de regen, de blubber en de stalen karren. Het ijzer brandt ijskoud in mijn billen, onverstoorbaar. En het gieren van de storm maakt me vrolijk blij.
Al de elementen zijn aan komen waaien met hun verleidelijke passie en heel hun kracht, uit alle windhoeken kwamen ze zeilen. En de aluminium masten giechelen opzwepend, alsof de touwen kietelen. Soms met stevige knallen. Ik ben al lang niet meer bang.
Dit is de kracht van de aarde en je weet hoe zij gaat, zij draait zoals ze draait, op de heupen van een buikdanseres, met felle zwiepen. Zij niet anders dan ik.
Eindelijk heb ik haar aan de telefoon, mijn mooie denkende vriendin van bijna zestig. Ze begint te schreeuwen, ze wil het nummer van mijn nieuwe mobiele. Zodat ze mij kan bellen.
Ik moet lachen, we kunnen nu praten, geen paniek, ik ben er.
Maar dat is niet wat ze bedoelt. Hoe vaak wilde ze me niet spreken. Ze had geen nummer!
En dan beginnen we te vertellen.
Ze vraagt hoe het is.
Ik vertel, niet zo gemakkelijk thuis. Het begint nu echt uit de hand te lopen. En het vinden van een huis in Amsterdam is bepaald geen sinecure. Mijn God, wat een prijzen.
"Maar hoe weet je nu wat je kunt betalen als je nog niet weet wat je gaat verdienen," vraagt ze scherp.
Ik weet het, maar toen ik zag wat ik ongeveer zou krijgen, zonder dat ik er mijn best voor deed, toen ben ik maar een beetje gaan gissen en schatten. Ongeveer een derde, laten we het maar proberen.
En zij vertelt over haar experiment, de wiskundige berekening. Ik wist toch van die vriend die ze eigenlijk dodelijk saai vindt, maar toch voor een paar weken in huis had?
Ja, dat weet ik. Toen haar jongste zoon afzwaaide uit het Israëlische leger en naar de familie vloog van de nieuwe vrouw van zijn vader in Thailand, heeft ze hem binnengehaald. Hij had er al zo vaak op aangedrongen; samenwonen en elkaar vrijlaten. Dat wilde ze nu wel eens uitproberen, misschien konden ze zo oud worden.
"Ik heb er eens naar gekeken," vertelt ze open. "Ik wilde het nu wel eens zien. En ik geloof dat ik het begrijp. Ik heb hem binnengehaald omdat ik soms eenzaam ben. Maar ik heb even een wiskundige berekening gemaakt… Ongeveer vijf procent van mijn mooie leven ben ik eenzaam. Daar ben ik soms bang voor. Maar toen hij er was bleef er van die 95 andere, prachtige momenten niets over. Alleen voor die vijf minuten was ik bang. En daar wilde ik eens voor zorgen."
Ik moet alweer om haar lachen. Ze is leuk als ze zichzelf onder de loupe neemt.
"Ja, en weet je wat het is," zegt ze. "Het enige wat hij wil is naakt zijn en elkaar strelen, de hele dag! Maar ik was steeds met iets anders bezig. Alles was goed, als ik maar niet naakt met hem hoefde te zijn. Ik had er geen zin in. En weet je," gaat ze verder, "opeens was ik op de vlucht. We hadden afgesproken elkaar vrij te laten en ik wilde eigenlijk naar het achterland. Ik deed het niet omdat ik hem niet wilde kwetsen."
Ik begrijp het, voortdurend iemand om je heen verstoort je eigen routine. Ook ik heb daarmee te maken. Wij, zij en ik, zijn al te lang alleen, we hebben ons eigen ritme. Ik vertel haar over mijn ouders en hoe moeilijk het is. Steeds maar weer die vragen; wat ga je doen, waar ben je mee bezig, waarom doe je het niet anders.
Haar vriend is niet zo, hij oordeelt niet, het zit in haar, dat weet ze en ze hebben er over gesproken. Maar die constante blik van een ander, die is om waanzinnig van te worden.
Haar dagen zijn niet in clear cuts verdeeld. Soms speelt ze vijf minuten piano, half uurtje schrijven op de computer om dan met al haar liefde en al haar aandacht een salade te maken, waarbij ze elk minitomaatje bewondert. Dat kan ze niet laten en niet met hem.
Constant wil hij naakt zijn en zij bedenkt excuses.
Experiment niet geslaagd. We kunnen er samen om lachen.
Maar dan stapt ze in de lift, onze tijd is op. Ze moet nog wat doen, ze wordt opgehaald. De chaos is terug, in haar leven, dat krankzinnige ritme van haar.
"Vergeet niet van jezelf te houden," zegt ze twee keer met klem, "je hebt hun liefde niet nodig."
Vandaag kan ik er weer even tegen.
Jezzebel,
Tussenstop
Art: Maggie Taylor; Just looking
21 Responses to Blik van een ander