Ach, het heeft wel karakter

foto

Vandaag heb ik met moed gedaan. Schouders er onder, geen tijd voor lekker kletsen. Huilen is voor later en dromen een luxe.
Daar gaat mijn trouwjapon. De hoes haal ik er niet meer af. In de koffer dat ding. Ritsen dicht, weg er mee, plaatsje op de stapel. 
En ooit, straks, later maak ik er een kunstwerk van.
Ik moet nog de wasmachine en droger verkopen. En als ik die vandaag niet slijt, hoop ik dat iemand me kan helpen om het boeltje en het zaakje in het Hebreeuws op het internet te zetten.
Dit is mijn leven, niemand wil het hebben.

Maar daar staat hij in mijn appartement. Paratrooper, 22 jaar, eerder was hij was al met zijn vader langs geweest. Hij is de nieuwe bewoner van mijn onderkomen. Zijn eerste huis, weg uit veilige haven, dat warme nest. Thuis uit. Uit van huis. Het is koud vandaag.
Hij wil de wasser en de droger en of ik verder nog wat achterlaat. Ik vind het nogal gênant, al de rommel en de troep, maar hij wil het hebben. Elk kastje, alles wat ik niet meer nodig heb. Hij moet nog beginnen. En ach, het heeft wel karakter.

Ondertussen wordt er druk geprutst en gesleuteld aan de computer die net te vroeg de geest gaf. Mijn laptop naar de gallemiezen, die vond het mooi geweest.
Morgen moet ik bellen en regelen met ballen, er moet een oplossing komen, desnoods een nieuwe, dan maar geen droogbrood. Knip in godsnaam niet mijn navelstreng.
Hij doet wat hij kan, met grote liefde. De laptop staat nu half dood op nood ingericht. Met een beetje mazzel en goede wil kan iemand in Nederland het boeltje en het zaakje zo overnemen.
Hij komt hem misschien vanavond brengen. En wie weet, wat nog meer. We zien wel.
En zo ben ik gevangen in mijn eigen huis, tussen de dozen en de rommel, alles dat ik steen voor steen bouwde.
Ik ben toen maar aan de kookboeken begonnen.

Eindelijk ben ik in de keuken aangekomen. Dit is mijn kloppend hart, het bloedend epicentrum van mijn bestaan. Het werd als eerste ingericht, deze plek die niet voor watjes is. Slechts voor zij die weten dat het mes vlijmscherp is en dat je alleen met liefde en doodgewone hunkering de wereld aan de praat houdt.
Ik kom uit een familie van zigeunerinnen en prinsessen, vele generaties. Duizend jaren geheimen fluisteren. Moeders en dochters. Want geen leger in de wereld zal op eindeloos lange benen begeren en veroveren zonder de liefde die door de maag ging.

Ik vlucht, ik moet er uit. 
Gevangen in mijn eigen huis.
Diep in de nacht ben ik naar de rots gegaan. Het bliksemde en stormde, ik was alleen en mijn oren gloeiden.
Uiteindelijk ben ik niet meer dan een kind van de elementen.

Morgen weer een nieuwe dag.
Ook dit komt niet meer terug.
Met zijn handen in mijn vriezer zegt hij dat ik ook de wodka mag achterlaten.
Ik moet lachen, we weten allebei wel beter. 
Niet alles is bij de prijs inbegrepen..

Tel Aviv,
Jezzebel

Art: Maggie Taylor, Waiting Room

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

31 Responses to Ach, het heeft wel karakter

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.