Waar de mond van overstroomt

foto

Nadat ik krankzinnig vroeg wakker word bel ik haar en vraag of ze meegaat naar het museum. De computercrash dwingt me om zelfs op de stille zaterdagochtend, niet zo’n hele mooie, op de fiets de kou in te vluchten. De leegte van half ingepakte dozen en nu al spullen die er niet meer zijn, kan ook straks.

Mijn muze is me ontnomen. Geen plek op de wereld die me zo tintelend blij maakt als de krochten van het world wide web. Maar sinds de laptop kuren kreeg, is het donkerder in gedachten. Ik snak naar impulsen, naar dwalen en het precies durven weten. En ik kies voor kunst om de leegte te vullen. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om de kwasten het eerst in te pakken.

Ze heeft een goed plan. Eerst naar het museum, dan fietsen we door naar de expositie op Rothschild, de kranten zijn vol lof over Placebo.
"Vertel eens," vraag ik. Samen kletsen we over dat concept, oeh, daar valt nog wat over te zeggen. Maar er is meer, bij de gallery ontmoeten we een andere vriendin, die het onzin vindt om voor esthetische prikkelingen te betalen als er zoveel gratis is. Zij neemt de restanten van de shabatmaaltijd van gisteren mee, onderweg kopen we wel een fles wijn en zo zullen we de hele dag gedrenkt in kunst lekker kunnen kletsen.
Helaas, niet voor mij, geen wijn en geen lekkere hapjes van gisteren. Ik heb een buikgriep waar ik nu toch rekening mee moet houden.

Ik wilde alleen maar naar het museum. Nog één keer de grafische werken voelen van Israëls beste kunstenaars. Een laatste ode voordat ik ze achterlaat. De mannen en vrouwen van vandaag die het gelukt is om hun gedachten in krachtige lijnen te vangen. Ze mochten zich tien paradijselijk lange dagen storten op het maken van etsen in kibboets Kfar Capri.

Ik was er van de week al, maar onverwacht maakte die tentoonstelling me zo blij, dat het teveel werd. Ik kan dat niet, eindeloos indrukken en gevoelens tot me nemen. In een museum houd ik het niet langer dan een uurtje, anderhalf uit. Daarna moet ik naar buiten, naar huis, de stilte in. Voor altijd veranderd, geraakt en bewogen zijn gedachten die ik voorzichtig wil proeven. Ik heb daar tijd voor nodig.
Haar druk geplande dag lijkt me niets, ik zit ook nog met een computer die misschien opgelapt wordt, of vervangen.

Blij als een klein meisje opent ze de deur, mijn mooie vriendin van zestig die zo prachtig kan denken. Wild en enthousiast praat ze over haar nieuwe passie. Ze heeft een echte Sony Digitale aangeschaft. Sinds haar terugkeer uit Amerika is ze tegen zichzelf aan het kletsen. Ze wil het hebben over de onmogelijkheid terug en thuis te komen. Daar heeft ze het al een tijdje over.
"Ze is een pracht vriendin," streelt ze het apparaatje met zachte stem. "Nog beter dan jij. Ze kan altijd, ze wil altijd en ze begrijpt me ook beter." We moeten er allebei om lachen.

Vol vertrouwen zwieren we op onze fietsen door de straten van Tel Aviv. Zij die nooit de weg kan vinden babbelt me rechtstreeks het museum in. Het is inderdaad familiedag, zoals ik al had gewaarschuwd, maar nog vroeger uit bed vond zij niets. Ze wilde nog even tegen de camera kletsen.
Heel even aarzelt ze, zullen we het toch maar laten? Dit is erger dan het strand hartje zomer. Ze zet zich er doorheen. Ze wil Reuven Rubin zien.

Uiteindelijk redden we dat allebei niet. Ook zij is volledig overweldigd door de mannen en vrouwen die zich tien dagen lieten verrassen. Wat zijn ze mooi!
Ze koopt het boek, The Artists Files, dat wil ze me geven. Maar niet nu, thuis, ze gaat er nog iets mee doen.
En ik durf haar niet te vertellen dat ik een beetje teleurgesteld ben. Dat boek, och, dat boek, daar had ik zo lekker naar kunnen staren, thuis, met een droog biscuitje en een warm kopje thee, zonder computer en zo.
Allebei zijn we eindelijk stil, het werk heeft indruk gemaakt. De gallery sneuvelt en ik kan werkelijk niet voor de kliekjes van de vriendin blijven, buikgriep, dan weet je het wel.

Ik zal ze missen, Kadishman, Lulu Lin, Landau, Lalush, Garbutz, Shelesnyak, de mannen en vrouwen die me door de waanzin van alles en iedereen die schreeuwden hielpen.
Thuis kook ik een eitje. Het is een misselijkmakend griepje geworden.
Van de noodcomputer wordt het terug naar bed.

Tel Aviv,
Jezzebel

Art: Hila Lulu Lin

foto

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

16 Responses to Waar de mond van overstroomt

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.